| 21292 |
ruzie |
daar is vuur in het dak:
dao is vūūr int dààk (Q035p Brunssum),
ruzing:
ruzing (Q035p Brunssum)
|
een luidruchtige woordenstrijd, onenigheid die door praten of schreeuwen tot uitdrukking komt [ruzie, ravelleke, poepelderij, kadij, twist, ruzing, kerwel, actie, piekenpoek] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
| 21291 |
ruzie maken |
herrie hebben:
hèrrĭĕ höbbə (Q035p Brunssum),
ruzing hebben:
rúzing hubbu (Q035p Brunssum)
|
ruzie maken [kakelen, puken] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
| 21081 |
sabbelen |
sabbelen:
zabbele (Q035p Brunssum)
|
sabbelen, bijv. op een grassprietje [sebbele, zabbere, zeewere] [N 10 (1961)]
III-2-3
|
| 21105 |
salie |
salie:
salia (Q035p Brunssum)
|
Hoe noemt men bij u de afgebeelde plant? Het is een heesterachtige plant van ca. 60 cm hoog met tamelijk lange, wat kreukelige bladeren met gekartelde randen. Zij staan tegenover elkaar en zijn grijsgroen van kleur. De bloempjes zijn blauw-wit (soms ook r [DC 49 (1974)]
III-2-3
|
| 24746 |
salomonszegel |
jakobsladder:
WLD (? - moeilijk leesbaar)
jakobsluddur (Q035p Brunssum)
|
Salomonszegel (polygonatum officinalis). Een 20 tot 50 cm grote plant met een dikke, witte wortelstok; de bladeren zijn verspreid, langwerpig ovaal; de bloemen groeien in trosjes van 1 of 2 bij elkaar, zelden meer, gesteeld, smal klokvormig, wit met groen [N 92 (1982)]
III-4-3
|
| 21332 |
samenspannen |
brouwen:
get broewe mit ene (Q035p Brunssum),
samenhouden:
saamu houtu (Q035p Brunssum),
smoezen:
ongeveer sjmoeze
šmoeze (Q035p Brunssum)
|
heulen (met iemand) [SGV (1914)] || samenspannen met iemand [heulen, houden] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 18294 |
sandaal |
schandaal:
[sic; wel een ander geschrift]
sjandaal (Q035p Brunssum)
|
sandaal [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 24682 |
sap in planten |
sap:
WLD
saap (Q035p Brunssum)
|
Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 33584 |
sap van een vrucht |
sap:
WLD
saap (Q035p Brunssum, ...
Q035p Brunssum)
|
Het sap van een vrucht (sap, tocht). [N 82 (1981)] || Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)]
I-7
|
| 21028 |
saus |
saus:
saos (Q035p Brunssum)
|
saus [RND]
III-2-3
|