e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schrikkeljaar schrikkeljaar: sjrikkeljaor (Brunssum), šjrikkeljoar (Brunssum, ... ) 29 februari (in een schrikkeljaar). [N 88 (1982)] || schrikkeljaar [SGV (1914)] III-3-2
schrikken schrikken: sjrik⁄kə (Brunssum) door een plotseling angstgevoel bevangen worden en daardoor een onwillekeurige beweging maken [schrikken, verschieteen, ijzen] [N 85 (1981)] III-1-4
schrobbezem schrobber: schrobber (Brunssum) bezem om de vloeren mee te schrobben (boender, schrobbessem, wasser, luiwagen) [N 20 (zj)] III-2-1
schroefdraad schroefdraad: šruǝfdrǭt (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Domaniale, Wilhelmina]) [N 95, 749] II-5
schroeien snerken: šnerkə (Brunssum) schroeien [SGV (1914)] III-2-1
schroevedraaier schroeve(n)draaier: šruǝvǝdrijǝr (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) [N 95, 748] II-5
schrokken invaren: i⁄vààrə (Brunssum), schrokken: sjrokken (Brunssum), slokken: šlokke (Brunssum), wolven: wôo⁄və (Brunssum) schrokken [SGV (1914)] || schrokken; Hoe noemt U: Gulzig eten (schrokken, slokken, vreten, verschrokken, schoffelen, wolven, zwelgen, worgen, moffelen, buffelen, schransen) [N 80 (1980)] III-2-3
schub schub: WLD  schubbūn (Brunssum) Hoe noemt u elk van de dunne plaatjes waarmee de huid van een vis geheel of gedeeltelijk is bedekt (schub, schubbe, schelp, schulp) [N 83 (1981)] III-4-2
schuchter bleu: blŭŭ⁄ə (Brunssum), uu van huur  bluuə (Brunssum) bang om de aandacht te trekken of zich te vertonen [blode, bedeesd, beschaamd, schuchter] [N 85 (1981)] || bloode [SGV (1914)] III-1-4
schudden van vruchten schuddelen: WLD  schuddelu (Brunssum) Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)] I-7