e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snee brood snede: sjneej (Brunssum), snij (Brunssum) snede; Hoe noemt U: Een snee brood (snee, rondommer) [N 80 (1980)] III-2-3
sneeuwbal sneeuwbal: sjneebal (Brunssum) Een bal van samengepakte sneeuw [sneeuwbal, jupke]. [N 88 (1982)] III-3-2
sneeuwbui sneeuwvlaag: schnievloag (Brunssum) sneeuwbui, sneeuwvlaag [sneeuwvlei] [N 22 (1963)] III-4-4
sneeuwen sneeuwen: sniëen (Brunssum), šjníeje (Brunssum), šnie (Brunssum) sneeuwen [DC 03 (1934)], [SGV (1914)] III-4-4
sneeuwklokje sneeuwklokje: WLD  schneë kluksku (Brunssum) Sneeuwklokje (galanthus nivalis). Bolplantje. De bloem staat alleen op een stengel die boven de beide bladeren uitsteekt. De buitenste bloemdekblaadjes zijn eivormig; de binnenste hartvormig met een diepe bocht, aan de buitenzijde met een halve maanvormig [N 92 (1982)] III-4-3
sneeuwx sneeuw: schniĕ (Brunssum), sjnîê (Brunssum), snee (Brunssum), šnieə (Brunssum), (ie van mier).  šnie (Brunssum) sneeuw [DC 03 (1934)], [RND], [SGV (1914)] || sneeuw [schimmel] [N 22 (1963)] III-4-4
snel, vlug vlot: vlot (Brunssum) snel, vlug [greppig, vinkig, vinnig] [N 91 (1982)] III-4-4
sneuvelen sneuvelen: shneuvuln (Brunssum) in de oorlog omkomen [sneven, sneuvelen] [N 90 (1982)] III-3-1
snijwonde snee: enne sjneej in de vinger (Brunssum), snijwonde: schniĕwonj (Brunssum) snee in de vinger [N 07 (1961)] || Snijwond: door snijden veroorzaakte wond (sleuf, kreeuw, vil, slip, schorp, krab). [N 84 (1981)] III-1-2
snikken snakken: sjnakke (Brunssum) snikken [snoffe] [N 10 (1961)] III-1-4