e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verschaald verschaald: versjaalt (Brunssum), vərsjààlt⁄ (Brunssum) verschaald; Hoe noemt U: Door lang staan geur en kracht verloren hebbend, gezegd van bier (verschaald) [N 80 (1980)] III-2-3
verschieten verschieten: vursheetu (Brunssum) anders worden van kleur door het (zon)licht, gezegd van bijv. kledingstukken [verschieten, afgaan] [N 91 (1982)] III-4-4
verschillende knikkerspelen perk schieten: #NAME?  peͅrk sjēͅtə (Brunssum) Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)] III-3-2
verschillende knikkerspelen: nagooien naschieten: noasjēͅtə (Brunssum) Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)] III-3-2
verschuiven omschuiven: ømšȳvǝ (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Het transportmiddel van een pijler in zijn geheel in de richting van het koolfront verschuiven. In tegenstelling tot het verleggen hoeft de transportinstallatie daarbij niet gedemonteerd te worden. Zie ook het lemma Verleggen. [N 95, 535] II-5
verschuldigd zijn geldig zijn: geldig (Brunssum) verplicht te betalen [schuldig (zijn), plichtig zijn, gelden] [N 89 (1982)] III-3-1
verse koe verskalvige: vēškau̯vegǝ (Brunssum) Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60] I-11
versieren (met bloemen) versieren: verseeren (Brunssum) Met bloemen versieren (bijv. iemands huis of stoel) bij een feest [pelen, braaien, meien, paleren]. [N 88 (1982)] III-3-2
versiersel sier: seer (Brunssum) voorwerpen die tot versiering dienen [sier, smeer, smuk, opsmuk, opschik, tooi] [N 86 (1981)] III-1-3
versleten versleten: vurschleĕtu (Brunssum) door lang gebruik stuk gegaan, niet bruikbaar meer, gezegd van een kledingstuk [versleten, sleets, schabbig, kaal] [N 86 (1981)] III-1-3