20576 |
verschaald |
verschaald:
versjaalt (Q035p Brunssum),
vərsjààlt⁄ (Q035p Brunssum)
|
verschaald; Hoe noemt U: Door lang staan geur en kracht verloren hebbend, gezegd van bier (verschaald) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
25090 |
verschieten |
verschieten:
vursheetu (Q035p Brunssum)
|
anders worden van kleur door het (zon)licht, gezegd van bijv. kledingstukken [verschieten, afgaan] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
22709 |
verschillende knikkerspelen |
perk schieten:
#NAME?
peͅrk sjēͅtə (Q035p Brunssum)
|
Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)]
III-3-2
|
22711 |
verschillende knikkerspelen: nagooien |
naschieten:
noasjēͅtə (Q035p Brunssum)
|
Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)]
III-3-2
|
27965 |
verschuiven |
omschuiven:
ømšȳvǝ (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Het transportmiddel van een pijler in zijn geheel in de richting van het koolfront verschuiven. In tegenstelling tot het verleggen hoeft de transportinstallatie daarbij niet gedemonteerd te worden. Zie ook het lemma Verleggen. [N 95, 535]
II-5
|
21666 |
verschuldigd zijn |
geldig zijn:
geldig (Q035p Brunssum)
|
verplicht te betalen [schuldig (zijn), plichtig zijn, gelden] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
34233 |
verse koe |
verskalvige:
vēškau̯vegǝ (Q035p Brunssum)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|
22434 |
versieren (met bloemen) |
versieren:
verseeren (Q035p Brunssum)
|
Met bloemen versieren (bijv. iemands huis of stoel) bij een feest [pelen, braaien, meien, paleren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18242 |
versiersel |
sier:
seer (Q035p Brunssum)
|
voorwerpen die tot versiering dienen [sier, smeer, smuk, opsmuk, opschik, tooi] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18226 |
versleten |
versleten:
vurschleĕtu (Q035p Brunssum)
|
door lang gebruik stuk gegaan, niet bruikbaar meer, gezegd van een kledingstuk [versleten, sleets, schabbig, kaal] [N 86 (1981)]
III-1-3
|