22568 |
versnaperingen ophalen op vastenavond |
kokkerellen:
Op de eerste zondag van de vasten (fakkelezóndig) gaan de kinderen van Eysden woeë t zich loeënt (pesjtoer, dr groaf, burgemeester, bankdirektuur, middenstand) zingend vragen om geld, sjnuuts, noten, appels of een andere kleinigheid, met het volgende zegversje: frikandelle koekerol: bruuj miene sjoeët mer vol.
koekerelle (Q035p Brunssum),
slok vergaren:
sjlok vergaren (Q035p Brunssum)
|
Bedelend langs huizen trekken. || Snoepgoed en andere versnaperingen ophalen op de eerste zondag van de vasten. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18797 |
verstand |
goed verstand:
goot verschtanjtj (Q035p Brunssum),
verstand:
verschtanjtj (Q035p Brunssum),
vərsjtánjt⁄ (Q035p Brunssum)
|
het vermogen goed, helder te denken [verstand, bewijs, bewoud, vernuft] [N 85 (1981)] || vlug van begrip [vinnig, rap] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19179 |
verstandig |
goed bij:
good bīē zeen (Q035p Brunssum),
verstandig:
verstenjig (Q035p Brunssum)
|
een goed verstand hebben; zijn verstand goed gebruikend [bezouwig, redelijk, radelijk] [N 85 (1981)] || verstandig [SGV (1914)]
III-1-4
|
33394 |
verstelbaar luik boven de varkenstrog |
klep:
klɛp (Q035p Brunssum)
|
Boven de varkenstrog bevond zich vaak een verstelbaar voerluik. In L 360 kende men geen luik maar een scherm in de vorm van een rechtopstaande plank. [N 5A, 60e]
I-6
|
29112 |
verstellen |
stukkeren:
štø̜kǝrǝ (Q035p Brunssum)
|
Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW]
II-7
|
22349 |
verstoppertje spelen |
koekverbergen:
koekverbergen (Q035p Brunssum),
koekversteken:
koek versjteëke (Q035p Brunssum),
Sub kook.
kook versjteëke (Q035p Brunssum),
verbergen:
z. verberge (Q035p Brunssum)
|
Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)] || schuilevinkje spelen [SGV (1914)] || Verstoppertje spelen.
III-3-2
|
22973 |
verstoppertje spelen add. |
bergmandertjesspel:
Sub bergman.
`t Bergmenderkessjpieël (Q035p Brunssum)
|
Kinderspelletje.
III-3-2
|
18140 |
verstuiken |
verstuiken:
verštoeke (Q035p Brunssum),
verštoekt (Q035p Brunssum)
|
verstuiken [SGV (1914)] || verstuikt [SGV (1914)]
III-1-2
|
32577 |
verteerde mest |
korte mest:
kǫrtǝ [mest] (Q035p Brunssum)
|
De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.]
I-1
|
19304 |
vertrouwen |
vertrouwen:
vərtrōēi̯wə (Q035p Brunssum, ...
Q035p Brunssum)
|
iemand of iets betrouwbaar achten [vertrouwen, trouwen] [N 85 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|