21795 |
verwensen |
verwensen:
verwunschu (Q035p Brunssum)
|
iemand kwaad toewensen [wensen, verdijen, verwensen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21806 |
verzoek |
verzoek:
vərzeuk⁄ (Q035p Brunssum)
|
het vragen iets te willen doen, verzoek [bede] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
30026 |
verzopen kalk |
verzopen:
vǝrzǭpǝ (Q035p Brunssum)
|
Kalk waaraan tijdens het blussen teveel water is toegevoegd waardoor deze te sterk afkoelt. [N 30, 34; monogr.]
II-9
|
18931 |
verzuimen |
nalaten:
naogerlaotu (Q035p Brunssum)
|
nalaten te doen wat men opgedragen gekregen heeft of wat men beloofd heeft [verzuimen, schrikken, fouten] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
27652 |
verzuimen wegens ziekte |
krank melden:
(voltooid deelwoord)
kraŋk gǝmɛlt (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Maurits])
|
Niet op het werk verschijnen door ziekte. Volgens de informant van Q 15 moest men dit melden aan het AMF, het Algemeen Mijnwerkersfonds van de Staatsmijnen in Limburg. Men kreeg dan de z.g. ziekenkaart waar de controleur en de controlerende geneesheer aantekeningen op maakten. Deze kaart was grijs van kleur. [N 95, 918; N 95, 918 add.; monogr.]
II-5
|
23312 |
vespers |
vesper (lat.):
də vɛspər (Q035p Brunssum)
|
de vespers [RND]
III-3-3
|
18277 |
vest |
kamizool (<fr.):
kamezool (Q035p Brunssum),
kammazaol (Q035p Brunssum),
kammerzoal (Q035p Brunssum),
kammezaol (Q035p Brunssum),
vesting:
vesting (Q035p Brunssum)
|
de aarden wal rondom een stad of gracht [vesting, vest] [N 90 (1982)] || herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] || vest (kleedingstuk) [SGV (1914)]
III-1-3, III-3-1
|
18533 |
vestzakje |
kamizoolstasje (<fr.):
kammezaolsteschke (Q035p Brunssum),
kammezaolstesjke (Q035p Brunssum)
|
vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
34071 |
vetkoe |
vetkoe:
vɛt[koe] (Q035p Brunssum)
|
Koe die niet meer geschikt is voor de produktie en daarom voor de slacht wordt gemest. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 77a; monogr.]
I-11
|
34274 |
vetmesten |
masten:
mastǝ (Q035p Brunssum)
|
Vee vetmesten, in het bijzonder gezegd van stiertjes, kalveren en vaarzen. [N 38, 26; N 3A, 75a, 75b, 75c, 76 en 77a; monogr.]
I-11
|