e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
villen (het vel) afstropen: āfštrø̄pǝ (Brunssum) Vee de huid afstropen, van het vel ontdoen. [monogr.] II-10
vin vin: vin (Brunssum), vinne (Brunssum), WLD  vinnūn (Brunssum) Hoe noemt u het min of meer waaiervormige voortbewegingsorgaan van een vis, op de rug, borst en buik en aan de staart (vin, vlim) [N 83 (1981)] || vin [SGV (1914)] || vinnen [SGV (1914)] III-4-2
vinden vinden: vinge (Brunssum) vinden [SGV (1914)] III-1-2
vinger vinger: vinger (Brunssum, ... ), vingere (Brunssum), viŋər (Brunssum) vinger [DC 01 (1931)], [RND] || vingers [SGV (1914)] III-1-1
vingerhoed, maat van 1 centiliter vingerhoed: vingurhood (Brunssum) een maat die een inhoud aangeeft van 0,01 liter [vingerhoed] [N 91 (1982)] III-4-4
vingerhoedskruid vingerhoedskruid: WLD  vingerhood kroēd (Brunssum) Vingerhoedskruid (digitalis purpurea 30 tot 150 cm groot. De stengels en bloemstelen zijn viltig behaard, de bladeren zijn ei- tot lancetvormig, de bladrand is gekarteld. De bladeren zijn aan de onderkant grijsharig. De bloemen staan in eindstandige tro [N 92 (1982)] III-4-3
vingerlid gelid: Alleen ev.  glied (Brunssum) (vinger)kootje [DC 01 (1931)] III-1-1
vingers (spotnamen) duimen: B.v. hubste dat alweer in dien doeme.  doeme (Brunssum), fikken: b.v. blief mit dien fikke dao van.  fikke (Brunssum), griffels: gruffele (Brunssum), knoken: knök (Brunssum) vingers (spotbenamingen) [pinke, finkels, fikke, pingels, kluntjesvingers, de 10 geboden] [N 10 (1961)] III-1-1
vink boekvink: boekvink (Brunssum), bookvink (Brunssum, ... ) Hoe heet de vink? [DC 06 (1938)] || vink (15 overal bekend; man heeft roodachtige borst; witte strepen op vleugel en in staart; broedt in het hout; zeer veel op trek; kooivogel [N 09 (1961)] III-4-1
violier flier: WLD  vleĕru (Brunssum) [N 92 (1982)] I-7