34348 |
vlekziekte |
brand:
branjtj (Q035p Brunssum),
vlekkenvuur:
vlɛkǝvȳr (Q035p Brunssum)
|
Vlekziekte wordt veroorzaakt door een bacterie. De ziekte gaat gepaard met hoge koorts; op de huid tekenen zich rode en soms donkerblauwe vierkante of ruitvormige vlekken af (WBD I.6, blz. 854). [N 19, 27a; N 19, 27b; N 52, 19; N 76, 57; A 48a, 32; monogr.]
I-12
|
22154 |
vleugel |
vleugel:
vluegel (Q035p Brunssum)
|
vleugel: elk der beide lichaamsdelen van vogels die hun tot vliegen dienen (wiek, zwing, vlerk, vleugel) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
24391 |
vliegen, weven van een vlieg |
zwermen:
WLD
schwermūn (Q035p Brunssum)
|
Hoe noemt u draaiende bewegingen maken om iemands hoofd, gezegd van een vlieg of mug (weven) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
22375 |
vlieger |
windvogel:
windjvoegel (Q035p Brunssum),
oe v. voer
wintjvoegel (Q035p Brunssum)
|
Het speelgoed bestaande uit een licht gestel, met papier bespannen, dat aan een lang touw in de lucht opgelaten wordt [vlieger, boog, draak, beugel, vliegaard, vliegerd]. [N 88 (1982)] || vlieger (speeltuig) [SGV (1914)]
III-3-2
|
21192 |
vliegtuig |
vliegmachine:
vleegmuschien (Q035p Brunssum)
|
het toestel waarmee men kan vliegen [vliegtuig, vliegmachine, vlieger] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21193 |
vliegveld |
vliegveld:
vleegveldj (Q035p Brunssum)
|
het grote, effen terrein met verharde banen van waaraf vliegtuigen kunnen opstijgen en waar zij weer kunnen landen [vliegveld, vliegplein] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24499 |
vlier |
vlier:
-
vleer (Q035p Brunssum)
|
vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)]
III-4-3
|
24392 |
vlinder |
pepel:
peepel (Q035p Brunssum, ...
Q035p Brunssum),
pi.əpəl (Q035p Brunssum),
pieëpel (Q035p Brunssum),
piəpəl (Q035p Brunssum),
pépel (Q035p Brunssum),
ie v pier
piepel (Q035p Brunssum)
|
vlinder [GV Gr (1935)], [Roukens 03 (1937)], [SGV (1914)], [ZND 18G (1935)] || vlinder, pepel [RND]
III-4-2
|
18701 |
vlinderdasje |
kravat (<fr.):
[sic - 1 v.d. 3 informanten; overige 2: kravat stropdas]
kravat (Q035p Brunssum),
nondejuke:
nondedjuuke (Q035p Brunssum),
strikje:
sjtrikske (Q035p Brunssum)
|
vlinderstropdas [nondejuuke, striekske] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24396 |
vlo (enk.) |
vlo:
vlôê (Q035p Brunssum, ...
Q035p Brunssum,
Q035p Brunssum),
oe v. broer
vloe (Q035p Brunssum)
|
mensenvlo [N 26 (1964)] || vlo (znw enk) [foekket, zjwarte riejer] [N 26 (1964)] || vloo [SGV (1914)]
III-4-2
|