e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voile voiletje (<fr.): vuŭlku (Brunssum) lichte sluier die van een dameshoed afhangt [voile, vool, voel] [N 86 (1981)] III-1-3
volk (mensen) lui: lyj (Brunssum) volk [RND] III-3-1
volle maan volle maan: vollə maon (Brunssum) schijngestalte van de maan: volle maan [N 81 (1980)] III-4-4
volle wagen volle wagen: volǝ wāgǝ (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Emma]) [N 95, 673b; monogr.] II-5
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) beer: biǝr (Brunssum), bīr (Brunssum) De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
volwassen, volgroeid volwassen: volwassu (Brunssum) volwassen; volgroeid, de volle wasdom bereikt hebbend [volwassen, volslagen] [N 86 (1981)] III-2-2
voogd voogd: voog (Brunssum), voormonder: D  vuurmunjer (Brunssum) iemand aan wie door de wet, de rechter of bij testament de taak is opgedragen om voor de belangen van de minderjarige kinderen te zorgen en hen te vertegenwoordigen i.p.v. de ouders [voogd, mommer, momber, mombaar, toeziender] [N 87 (1981)] || voogd [SGV (1914)] III-2-2
voor de gek houden kullen: kul⁄lə (Brunssum), verneuken: vurnĕuku (Brunssum) op onschuldige of grappige wijze misleiden, voor de gek houden [foppen, kullen, vernachelen, verpieren, bekeukelen] [N 85 (1981)] III-1-4
vooraanstaande ganse, een ~: gansu (Brunssum) een persoon van veel betekenis in een plaats [peris] [N 90 (1982)] III-3-1
voorbereiding voorrichting: vȳrrexteŋ (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Werken in een koollaag die worden uitgevoerd na de ontsluiting maar vóór de winning. "Verzamelnaam voor alles wat en iedereen die zich bezighoudt met de voorbereidende ondergrondse werken tot het winnen van de kolen" (Vanwonterghem pag. 180). [N 95, 167; monogr.; Vwo 627; Vwo 843] II-5