id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
33146 | zeven met de handzeef | zeven: zēvǝ (Brunssum) | Zaaigraan winnen uit het met de wan gezuiverde graan door het te zeven. [N 14, 41b, 42b en 43b; JG 1a, 1b; Wi 43; S 45; monogr.] I-4 |
17693 | zeveren | sloeveren: sjloevere (Brunssum), zeveren: zeevere (Brunssum) | zeveren [zeivere, sabbere] [N 10a (1961)] III-1-1 |
27708 | zeverij | zeverij: zēvǝri (Brunssum [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)] [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) | Plaats waar de kolen gezeefd worden. [N 95, 14; monogr.] II-5 |
18804 | zich bedenken | zich bedenken: zich bedinkūn (Brunssum), zich bədink⁄ə (Brunssum) | van besluit veranderen, van zijn mening terugkomen [zich bedenken, fineren] [N 85 (1981)] III-1-4 |
21298 | zich bemoeien met | bemoeien: bemuje (Brunssum) | bemoeien [SGV (1914)] III-3-1 |
19004 | zich gedragen | zich voegen: zich veugu (Brunssum) | zich goed gedragen [zich voegen, zich gevoegen] [N 85 (1981)] III-1-4 |
17938 | zich haasten | opschieten: opsjeete (Brunssum), voortmaken: vōērtmake (Brunssum), zich spoeden: os sjpōwe (Brunssum) | zich haasten: we moeten ons haasten [DC 27 (1955)] III-1-2 |
19319 | zich heel wat inbeelden; ingebeeld persoon | bohei heben: bəhéj⁄ höbbə (Brunssum), kakmadam: kakmadam (Brunssum), protsen: prŏĕtsjə (Brunssum) | een vertoon van grootheid [kasgenade, geneuk, paret] [N 85 (1981)] || het gevoel van meerderheid te zeer of ongegrond doen blijken [groots] [N 85 (1981)] || zich heel wat inbeeldend, een te hoge mening van zich zelf hebben [veel kak hebben, veil hebben, ophangen, veel gasconnades veil hebben] [N 85 (1981)] III-1-4 |
19047 | zich inbeelden | zich inbeelden: tweede i open zich ibilje (Brunssum) | inbeelden, zich [SGV (1914)] III-1-4 |
18864 | zich kwaad maken | zich opregen (<du.): zich òp⁄reegə (Brunssum) | zich kwaad maken [zich opruien, zich optoornen, uit zijn korf schieten] [N 85 (1981)] III-1-4 |