e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

Gevonden: 4619
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brug brug: brök (Brunssum), brək (Brunssum) brug [RND], [SGV (1914)] III-3-1
bruid bruid: brū.t (Brunssum), (Oe middelned lang).  broed (Brunssum) bruid [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
bruidegom bruideman: broeteman??? (Brunssum) bruidegom [SGV (1914)] III-2-2
bruidje in de processie bruidje: ee bruudje (Brunssum) Bruidje in de processie. [N 07 (1961)] III-3-3
bruiloft bruiloft: broelof (Brunssum) bruiloft [SGV (1914)] III-2-2
brullen brullen: brølǝ (Brunssum) Abnormaal geluid dat vooral wild geworden runderen uitstoten. [N 3A, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
brutaal frech (du.): vrech (Brunssum), onbeschoft: onbeschoefdu (Brunssum) geen schaamte hebbend [(zeer) brutaal, astrant, frech, vrank, frank] [N 87 (1981)] || zeer onbeschaamd, zeer brutaal [astrant, ekstrant, onbeschoft] [N 85 (1981)] III-3-1
bui, regenbui bui: buuj (Brunssum), schuil: sjoel (Brunssum), sjŏĕl (Brunssum) bui [SGV (1914)] || regenbui [SGV (1914)] || regenbui, korte periode van regen [frontbui, gurze, schoer] [N 81 (1980)] III-4-4
buik buik: boek (Brunssum), bôêk (Brunssum) buik (lijf) [DC 01 (1931)] III-1-1
buik (spotnamen) pens: pens (Brunssum), Zeer plat.  pens (Brunssum), prij: prīē (Brunssum), zak: zak (Brunssum), Zeer plat.  zak (Brunssum) buik (lijf) [DC 01 (1931)] || buik: spotbenamingen [N 10 (1961)] III-1-1