e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
middelste kegel tulleman: cf. WNT sub zot: 7f, Bep. kegel in het kegelspel [...] Namen van den middenkegel ... Tieleman, tulleman ... tillepaap ... zot.  teuleman (Brunssum) De middelste kegel [paap, tulleman, sullepaap, kegeljan, negenman]. [N 88 (1982)] III-3-2
middelvinger middelvinger: middulvingur (Brunssum) Middelvinger: de middelste, langste vinger (middelvinger, langelierboom, langeman). [N 84 (1981)] III-1-1
middenrif middelrif: middulrif (Brunssum) Middenrif: spierachtig vlies tussen borst- en buikholte (rand, middelrif, middelvlies). [N 84 (1981)] III-1-1
midvoor centervoor: centervoor (Brunssum) Midvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
mier aamzeik: aomzeik (Brunssum), ee = lang  aomzēēk (Brunssum) mier [zeikdemp(el), -lem, -meik, -diem, -worm, -mier, moer-, muurzeiker, aomzeiksel, aomezeik] [N 26 (1964)] III-4-2
mierenei aamzeikei: aomzeikei (Brunssum), amezeikenei: korte i  aomzēēken-ije (Brunssum) mierenei [zeekmoejerseike] [N 26 (1964)] III-4-2
mierenhoop aamzeikennest: aomzeikenés (Brunssum), aomzēēke-nest (Brunssum) mierennest [zeekmoejersnest] [N 26 (1964)] III-4-2
mierikswortel mierikmoor: WLD (? - onduidelijk)  mierikmoer (Brunssum) De vlezige scherpe wortel van de mierik, mierikswortel (mierikswortel, peperwortel, meerradijs, kiek, tiek). [N 82 (1981)] I-7
mijnarts kuildokter: kuldǫktǝr (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Op alle mijnen kende men een modern ingerichte verbandkamer. Onder leiding van een mijn- of bedrijfsarts werd hier voor geneeskundige behandeling gezorgd. [N 95, 952] II-5
mijnblind kuilblind: kulblentj (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Maurits]) Oogaandoening die zich uit in korte, rukkende bewegingen van het hoofd en de ogen (Nystagmus). Deze ziekte kwam vroeger als beroepsziekte, mogelijk veroorzaakt door intoxicatie van de hersenstam, bij mijnwerkers voor. Ook paarden die lang ondergronds waren, zouden deze ziekte kunnen krijgen. Een paard dat meer dan tien jaren ondergronds gewerkt had, zou volgens overlevering (z. Dieteren 1984 pag. 17) blind zijn. De informant uit Q 15 noemt het een sprookje dat de paarden ondergronds blind werden. Men moet wel onderscheid maken tussen blindheid en de ziekte Nystagmus. [N 95, 938; monogr.] II-5