e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
olieverf oligsverf: ǭlexs˲[verf] (Brunssum) Verf waarvan het bindmiddel bestaat uit een drogende olie als lijnolie of papaverolie. Olieverf wordt bereid door verfstof met een tempermes op een wrijfsteen in de olie te wrijven of door olie en verfstof na menging te malen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [S 26; N 67, 23b; monogr.; div.] II-9
omarmen omvamen: omvaamu (Brunssum) omvatten, Met gestrekte armen ~ (vademen, omvademen, spannen, omarmen). [N 84 (1981)] III-1-2
ombraak ombraak: ombraak (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Wilhelmina]) Een gang om de hoofdschacht dienend voor het omleiden van het vervoer. [N 95, 185; N 95, 695; N 95, add.; Vwo 251; Vwo 548; Vwo 552; monogr.] II-5
omheinde wei afgepaalde wei: āfgǝpø̜̄ldǝ węi̯ (Brunssum) Een met prikkeldraad of anderszins afgemaakte wei. Een groot aantal opgaven was wei. Deze opgaven zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. Voor de fonetische documentatie van wei zie men lemma 1.3.6 ɛweiɛ.' [N M, 4b; L 32, 45; monogr.] I-8
omheining van ijzeren spijlen stanketsel: štaketsǝl (Brunssum) Omheining van ijzeren spijlen of staven. [A 25, 4e] I-8
omheining van opstaande latjes spalier: špalēr (Brunssum) Omheining getimmerd van opstaande latjes, meestal rond een tuin of hof. [A 25, 4d; monogr.] I-8
omheining van palen schutting: šøteŋ (Brunssum) Omheining van palen, verbonden door enkele latten of ruwe planken. [A 25, 4c; monogr.] I-8
omheining van takken tuin: tūn (Brunssum) Omheining van een erf of een stuk land, gevlochten van takken. [A 25, 4b; monogr.] I-8
omhelzen om de hals krijgen: om `n haus kriege (Brunssum) omhelzen [SGV (1914)] III-1-2
omhooggaan rijzen: riezu (Brunssum), stijgen: sjtīēgə (Brunssum) rijzen: Naar boven gaan, omhooggaan (rijzen, stijgen). [N 84 (1981)] III-1-2