e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onderkabel slodderzeel: šlodǝrzēl (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De kabel die aan de onderzijde van de liftkooien is bevestigd en tot doel heeft evenwicht te scheppen tussen de bovenkabels van beide kooien. De onderkabel is meestal plat van vorm. [N 95, 95; monogr.] II-5
onderkant van het brood onderkant: ōŋǝrkant (Brunssum), slot: šlǫwt (Brunssum) [N 29, 54b; monogr.] II-1
onderkussen, peluw hoofdpulf: høi̯pølf (Brunssum), pulf: pølf (Brunssum) peluw [SGV (1914)] III-2-1
onderlip onderlip: ongerlŭp (Brunssum), onderste lip: ŭngešte lup (Brunssum), öngeste lùp (Brunssum) onderlip [DC 01 (1931)] III-1-1
onderoven assenschoude: ɛšǝšǫwt (Brunssum), bakhuis: bakǝs (Brunssum) De ruimte beneden in de oven. Deze onder-oven heeft zowel in het bakhuis als in de bakkerij verschillende gebruiksmogelijkheden. De as wordt erin geborgen en eventueel wordt het hout erin gedroogd. Soms functioneert deze ruimte als rijsplaats voor het brood. Aardappelen kunnen erin bewaard worden evenals rapen, wortelen en bieten. Zelfs broedgrage hennen worden erin opgesloten (Weyns 68). De informant van Q 97 vermeldt nog de functie van "weegplaats voor fruit" voor deze onveroven, waarvan de informant uit L 269a zegt dat die zes vierkante meter groot is. Zie afb. 10. [N 29, 5a; N 29, 5b; monogr.] II-1
onderrok onderrok: ónderrok (Brunssum) onderrok (niet onderjurk) [sjort, onderschort, sjörket, zjuupke] [N 24 (1964)] III-1-3
onderstaart onderste van de staart: øŋǝštǝ van dǝ štart (Brunssum) De onderstaart is het achterste verbindingsstuk tussen de ploegboom en de onderbalk. Naar boven toe loopt de onderstaart uit in de ploegstaart. [N 11, 31.I.i; N 11A, 84f] I-1
onderste handvat (onderste) greep: øŋǝštǝ grēp (Brunssum) Het onderste handvat van de steel van de zeis, dat in de rechterhand wordt gehouden. Doorgaans is dit het korte handvat van model A, zoals beschreven in de algemene toelichting van deze paragraaf en in de toelichting bij het lemma ''steel van de zeis''; daar zijn ook de gegevens opgenomen omtrent de localisatie van model B, waarvan het onderste handvat in de kromming van de steel zit of waar dit handvat lang en T-vormig is. Om de varianten van de substantiva onder één woordtype bijeen te houden en een vergelijking met de opgaven voor het bovenste handvat te vergemakkelijken, zijn de adjectiva (onderste, korte, kleine, enz.) als facultatief in het hoofdwoordtype opgenomen. Zie afbeelding 4, A2 en B2.' [N 18, 67c; N C, 3b2; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3
ondersteunen bouwen: bouwen (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Eisden]), bouwen zetten: bouwen zetten (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Houten of metalen ondersteuningen plaatsen. In de mijnen van Waterschei en Winterslag maakt men volgens de invuller uit Q 3 een verschil tussen "kaders zetten" en "stempels en belen bouwen". Met de eerste woordgroep duidt men het ondersteunen in galerijen aan, met de tweede het ondersteunen in pijlers. Het woordtype "apôyeren" wordt met name gebruikt in de mijnen van Beringen, Winterslag, Zolder, Houthalen en Waterschei (Vanwonterghem pag. 49). [N 95, 291; N 95, 321; N 95, 289; N 95, 575; monogr.; Vwo 63; Vwo 151; Vwo 560; Vwo 759; Vwo 808] II-5
ondersteuning bouw: bǫw (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Ondersteuningselement voor mijngangen, bestaande uit een raamwerk van twee of meer houten of metalen palen of balken. Het woordtype "kader" is volgens de invuller uit Q 3 van toepassing op een ondersteuning voor een galerij. In een pijler daarentegen worden "stempels" en "belen" gebruikt. [N 95, 317; N 95, 290; monogr.; Vwo 152; Vwo 154; Vwo 164; Vwo 402; Vwo 561; Vwo 761] II-5