e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pret, schik spa (du.): sjpás (Brunssum), vir höbbe špas gat (Brunssum) [schik] wij hebben ~gehad [SGV (1914)] || een gevoel van vrolijkheid en blijdschap waaraan men duidelijk uiting geeft [plezier, pret, lol, schik] [N 85 (1981)] III-1-4
pretmaker flabbes: flàbbus (Brunssum) de persoon die altijd zorgt voor vrolijkheid en pret [pallieter, kadul] [N 85 (1981)] III-1-4
prettig plezierig: pləzee⁄rich (Brunssum) pret, genoegen verschaffend of veroorzakend; aangenaam [pertig, prettig] [N 85 (1981)] III-1-4
preuts preuts: preutsch (Brunssum) preuts; overzedig, gemaakt eerbaar [preuts, prude] [N 86 (1981)] III-2-2
priester geestelijke: gewoonlijk - [in tegenstelling tot preester (navorming)]  geesselik (Brunssum), priester: navorming  preester (Brunssum) priester [SGV (1914)] III-3-3
priestersteek met ronde luifel steek: sjtiek (Brunssum) priestersteek met ronde luifel [N 25 (1964)] III-3-3
prijzen (mv.) prijzen: pri.s (Brunssum) prijzen (mv.) [RND] III-3-2
prikkeldraad tankeldraad: taŋkǝldrǭt (Brunssum) Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.] I-8
priktol knool: knol (Brunssum), peeldok: peeldok (Brunssum), [sic]  peeldok (Brunssum, ... ) Drijftol. [SGV (1914)] || Een priktol [tol met een ijzeren punt die geworpen wordt] bovenhands uitwerpen, om er een andere mee te treffen [kampen, kappen, klodderen]. [N 88 (1982)] || tol (speeltuig) [SGV (1914)] || Tol. III-3-2
proberen proberen: prubeeru (Brunssum) een proef nemen met of van [proberen, verzoeken, bezien] [N 85 (1981)] III-1-4