e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verlegen (zijn) bleu: blŭŭi̯ə (Brunssum), verlegen: verleegū (Brunssum) niet flink of zelfbewust zijn, zich niet goed durven uiten in het bijzijn van anderen [teutelen, verlegen zijn] [N 85 (1981)] III-1-4
verleggen omleggen: ømlęqǝ (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Domaniale]) Het transportmiddel in een pijler van het oude naar het nieuwe pand verplaatsen. In tegenstelling tot het "verschuiven" wordt de transportinstallatie daarbij gedemonteerd en in het nieuwe pand weer opgebouwd. [N 95, 493; monogr.; N 95, 267; Vwo 226; Vwo 549] II-5
verliezen verliezen: verleeze (Brunssum, ... ) verliezen [SGV (1914)] III-3-1, III-3-2
verlof, vrije dag verlof: vǝrlǫf (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Van vakantie spraken de mijnwerkers niet. Men nam een verlofdag en deze was dan "de mooiste werkdag". [N 95, 121; N 95, 122; N 95, 123; monogr.; N 95, 920; Vwo 248] II-5
verlopen zich verlopen: (de koe heeft) zex vǝrlōpǝ (Brunssum) Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a] I-11
vermaak vermaak: vərmààk (Brunssum) een handeling waardoor men plezier beleeft [vermaak, amusement] [N 85 (1981)] III-1-4
vermengen mengen: mingu (Brunssum) in elkaar vermengen [warzen] [N 91 (1982)] III-4-4
vermoeden menen: meenə (Brunssum) het menen dat iets waarschijnlijk is, het veronderstellen dat iets zo is [vermoeden, bronsel] [N 85 (1981)] III-1-4
vernielen kapot maken: (in bedreigingen).  kepot make (Brunssum), vernielen: verneele (Brunssum), verruneren: ieme verrenneweere (Brunssum), verschandeleren: get versjangeleere (Brunssum) vernielen [SGV (1914)] III-4-4
verpulveren verpulveren: vurpolvuru (Brunssum) tot poeder maken of worden [miezelen, verpulveren] [N 91 (1982)] III-4-4