e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Brunssum

Overzicht

Gevonden: 4619
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
druifhyacint blauw druifje: WLD  blauwe druifjes (Brunssum) Druifhyacint (muscari). Bloempjes dicht opeen, bijna kogelvormig. De onderste knikkend, de bovenste zacht opstaand, deze laatste meestal zonder stamper of meeldraden. De bloemen zijn blauw met een witte rand of geheel wit. In bossen en weilanden (traantje [N 92 (1982)] III-4-3
druilerig en koud weer buiig: būūjich (Brunssum), mottig (weer): moetig (Brunssum), nat (weer): naat (Brunssum, ... ), nààt (Brunssum), (oe als boer).  eene naate zoemer (Brunssum), natsig (weer): eene netsige zoemer (Brunssum), zwak weer: šwaak wèr (Brunssum) druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)] || nat [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || nat weer [versigheid] [N 81 (1980)] || natte [een ~ zomer] [SGV (1914)] || regenachtig, gezegd van het weer [ruizerig] [N 81 (1980)] || wak weer [SGV (1914)] III-4-4
druipen van de regen druppelen: druppele (Brunssum), hij is zo nat als een kat: hĕ is zoee naat es i kat (Brunssum), zijpen: hè zieep van de rège (Brunssum), ziepe (Brunssum) druipen [SGV (1914)] || druipt [hij ~ van den regen] [SGV (1914)] || regen [hij droop van den ~ ] [SGV (1914)] III-4-4
druiventros druiventros: droevetros (Brunssum) druiventros [SGV (1914)] I-7
druk heen en weer lopen terug en voorwaarts lopen: truk en vurwarts laope (Brunssum) lopen: bedrijvig heen en weer lopen [rettereere, rondriddere] [N 10 (1961)] III-1-2
druk praten kallen: kalln (Brunssum) druk praten [stemmen] [N 87 (1981)] III-3-1
drukken duwen: duuju (Brunssum) Drukken: iets aan een wegende of stuwende kracht onderwerpen (drukken, prangelen, priegelen). [N 84 (1981)] III-1-2
drukkooitje kooitje: kooitje (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Een uit kruiselings op elkaar bevestigde halfhouten of dunne rondhouten vervaardigd kooitje. Drukkooitjes worden op de kappen van starre ondersteuningen geplaatst om de eerste druk van het dakgesteente op te vangen. Op de Domaniale mijn had een drukkooitje volgens een invuller uit Q 121 een afmeting van 40 bij 40 centimeter. Het was samengesteld uit houten paaltjes van ongeveer 5 centimeter doorsnede. [N 95, 324; monogr.] II-5
drukte, gedoe gedoens: gedoons (Brunssum) gedoente [SGV (1914)] III-1-4
druppel druppel: druppul (Brunssum), enne druppel (Brunssum) druppel water [dröp, dröppel] [N 07 (1961)] || een afgescheiden, min of meer bolvormig vochtdeeltje [drup, druppel, droppel, drop] [N 91 (1982)] III-4-4