e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Brustem

Overzicht

Gevonden: 1131
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geld geld: geͅld (Brustem), xaelt, xaeld (Brustem) geld [RND] || geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1
geprimeerde stier prijsvar: prɛ̄s˲vɛ̄r (Brustem) Stier die prijzen en andere bekroningen heeft behaald. [JG 1a, 1b] I-11
gereedschap waarmee men castreert sterk koord met twee stekjes: stɛrkǝ kōt mętwi stɛkǝkǝs (Brustem) Uit de opgaven blijkt dat men met verschillende soorten gereedschap castreert. Men kan het doen met een mes, een tang of een koord. [N 77, 43] I-12
gerst gerst: gas (Brustem) Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.] I-4
gesneden mannelijk schaap geboete ram: gǝbøtǝ ram (Brustem), hamel: hãmǝl (Brustem), ǭmǝl (Brustem) [N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.] I-12
gesneden mannelijk varken berg: bɛrǝx (Brustem) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesneden vrouwelijk varken gelts: gɛls (Brustem  [(of gebuut of zo geboren)]  ) Uit de antwoorden blijkt dat gelt verschillende betekenissen kan hebben. Er zijn informanten (K 278, L 421, 422, 423, Q 197, 211) die zeggen dat het snijden van een vrouwelijk varken ter plekke onbekend is. Het onvruchtbaar maken bestond uit het doorknippen van de eileiders. [N 19, 9; A 4, 4c; L 20, 4c; L 37, 49e; JG 1b; L 37, 49f; monogr.] I-12
getrouwde vrouw getrouwde vrouw: gətraodə vróów (Brustem) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2
getuigrek kapstok: (mv)  kapstɛk (Brustem) Het zwaardere paardetuig wordt meestal opgehangen aan de muur aan een rek, zware stokken, haken, knuppels, balkjes etc. Het kan ook op een plank gelegd worden. De benamingen geven vaak aan om welke mogelijkheid het gaat. Benamingen die naar een kast of kist verwijzen, zijn overgeplaatst naar het lemma "getuigkast" (2.3.7). Zie ook dat lemma. [N 5A, 59e; add. uit N 13, 81] I-6
gewone spurrie spurrie: spø̜rǝ (Brustem) Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.] I-5