17604 |
kaakgestel |
geschaar:
B.v. mie gesjeer duit mich pien.
gesjeer (L426p Buchten)
|
Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)]
III-1-1
|
17743 |
kaal (zijn), kaal hoofd |
kletskop:
kletsjkop (L426p Buchten)
|
kaal hoofd (hebben) (spotbenamingen) [kletskop, hij is bij het goevernement] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
21912 |
kaal duivenjong |
duivelshaar:
duvelshaor (L426p Buchten),
katsjongen:
katchjunge (L426p Buchten)
|
een jong van enkele dagen oud, nog met haar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21047 |
kaam |
kaam/kamen:
kø̜̄mǝ (L426p Buchten)
|
Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.]
II-2
|
20768 |
kaantjes |
krapjes:
krèpkes (L426p Buchten, ...
L426p Buchten),
krappen:
krappe (L426p Buchten)
|
vetklonters die overblijven bij het smelten van runds- of varkensvet [N 06 (1960)]
III-2-3
|
24676 |
kaardenbol |
kaardenbol:
de gedroogde zaaddozen van deze plant, "kem" genoemd*, die voorzien waren van scherpe weerhaken, werden gebruikt voor het kaarden van het laken.
kaardebol (L426p Buchten),
de gedroogde zaaddozen van deze plant, "kem"genoemd*, die voorzien waren van scherpe weerhaken, werden gebruikt voor het kaarden van het laken.
kaardebol (L426p Buchten),
kam:
de gedroogde zaaddozen van deze plant, "kem"genoemd, die voorzien waren van scherpe weerhaken, werden gebruikt voor het kaarden van het laken.
kem (L426p Buchten)
|
weverskaarde || weverskaarde, zaaddoos van
I-7, III-4-3
|
19422 |
kaarsendomper |
kaarsendover:
kèsedouver (L426p Buchten)
|
Kapje met een steel om een kaarsvlam te doven (dover, domper, domphoorn) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
20802 |
kaas |
kaas:
(Op de ä van käs, hoort nog een lengteteken te staan).
kɛ̄s (L426p Buchten)
|
kaas [SGV (1914)]
III-2-3
|
28272 |
kabelbreuk |
breuk:
brø̄k (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits])
|
[N 95, 90; monogr.]
II-5
|
23212 |
kabouter |
avelemannetje:
auvelemenke (L426p Buchten),
kabouter:
kabouter (L426p Buchten)
|
kabouter [SGV (1914)]
III-3-3
|