e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buchten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kleingeld kleingeld: kleigeldj (Buchten) kleingeld [SGV (1914)] III-3-1
kleinkinderen kindskind: kindsj kindj (Buchten), kleinkind: kleikindj (Buchten) kleinkind [SGV (1914)] || kleinkind, kleinkinderen [DC 05 (1937)] III-2-2
kleinzoon kleinzoon: kleinzoon (Buchten) kleinzoon [DC 05 (1937)] III-2-2
klepel klepel: klepel (Buchten) klepel [SGV (1914)] III-3-3
klerenbundel bungel: bøŋǝl (Buchten  [(Maurits)]   [Domaniale]), kleder: klęjǝr (Buchten  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De bundel kleren van een mijnwerker die via een katrolsysteem tegen het plafond wordt opgehangen. [N 95, 58] II-5
kletsen [snateren] snateren: sjnatere (Buchten) snateren [SGV (1914)] III-3-1
kletsen [zeveren] zeveren: zeivere (Buchten) zeveren [SGV (1914)] III-3-1
kletsen [zwetsen] zwetsen: Van Dale: zwetsen, luidruchtig en onbedachtzaam spreken, m.n. grootspreken, snoeven.  sjwetsje (Buchten) zwetsen [SGV (1914)] III-3-1
kletswijf klappei: klappei (Buchten) klappei [SGV (1914)] III-3-1
kliekje orten: Syst. WBD  oorte (Buchten) Kliekje, opgewarmde maaltijd (braoj, opstoovertje, prutske?) [N 16 (1962)] III-2-3