e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buchten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lepelrek lepelrek: léépelrek (Buchten), lepelrekje: lepelreikske (Buchten) rekje aan de wand waarin lepels worden bewaard [N 20 (zj)] III-2-1
leren schede leren schede: [leren] šęj (Buchten) De slachter draagt vaak aan zijn gordel een leren of houten "holster", waarin hij het gereedschap dat hij tijdens het slachten steeds bij de hand moet hebben, met name de messen, opbergt. Daarnaast heeft hij meestal nog een tas of iets dergelijks bij zich, waarin hij zijn overig gereedschap (de bijl, het schietmasker, de brander e.d.) vervoert. Het is goed mogelijk dat een aantal respondenten op deze tas doelt. Een eventuele toevoeging leren wordt niet fonetisch gedocumenteerd. Zie afb. 3. [N 28, 121a; N 28, 121b; monogr.] II-1
leren, studeren studeren: sjtedeere (Buchten) studeeren [SGV (1914)] III-3-1
lesboek, instructieboek houwersboekje: hǫwǝrsbø̄kskǝ (Buchten  [(Maurits)]   [Wilhelmina]) Instructieboek dat men nodig heeft voor de opleiding tot bijvoorbeeld houwer. [N 95, 994] II-5
letterzetten letterzetten: lɛtǝrzętǝ (Buchten) Letters en cijfers schilderen. [N 67, 82b] II-9
letterzetter letterzetter: lɛtǝrzętǝr (Buchten) Penseel waarvan de haarbundel spits toeloopt. Het wordt gebruikt bij het schilderen van naamborden, opschriften etc. [N 67, 42b] II-9
leunstoel zetel: zēͅtəl (Buchten), zetelaar: zēͅdəlɛr (Buchten), zorg: zörg (Buchten) Een leunstoel met een hoge brede rug, waaraan soms zijstukken zijn aangebracht (zorg, zorgstoel, zetel) [N 79 (1979)] || leuningstoel [SGV (1914)] III-2-1
levend vlees onder de huid leven, het -: t leeve (Buchten) levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)] III-1-1
lever lever: lèver (Buchten), lē̜vǝr (Buchten) Grote klier waarin onder andere gal wordt afgescheiden. [N 28, 88c] || lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)] I-11, III-1-1
leverworst leverworst: laèverwoos (Buchten), lèverwoos (Buchten), bereid uit lever en de mindere vleessoorten  léverwoos (Buchten) leverworst [N 06 (1960)] || leverworst; Hoe noemt U: Worst met lever als hoofdbestanddeel (lol, leverworst, leverpens) [N 80 (1980)] III-2-3