| 30612 |
lijmverf |
lijmverf:
līm[verf] (L426p Buchten)
|
Verf die als bindmiddel lijm bevat. Wegens de oplosbaarheid van de lijm in water kan lijmverf slechts binnenshuis worden toegepast. Lijmverf werd in Q 121 gebruikt voor het schilderen van plafonds en het bovendeel van wanden in gangen en trappehuizen. De verf werd samengesteld uit luchtstofkrijt, water en beenderlijm. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 22; div.]
II-9
|
| 22329 |
lijn waar het spel begint |
aan:
Opm. (= oor zie tekening!
aan (L426p Buchten)
|
benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)]
III-3-2
|
| 33273 |
lijnzaad, vlaszaad |
lijzend:
lɛ̄zǝnt (L426p Buchten)
|
Linum usitatissimum L. Lijnzaad is de gebruikelijke naam voor het zaad van de vlasplant en, in verband met de olieproduktie, ook voor het gewas. Zie paragraaf 4.2 en in het bijzonder het lemma Vlas. Uit de gerepelde en gedorste zaadbollen wordt olie geslagen, de lijnolie; de overblijvende pulp is een gezocht veevoer. De vormen die hier zijn samengebracht onder de typen lijzend en lijzens zijn te beschouwen als varianten van lijzaad, met een bijzondere verzwaring van het eerste lid. Ze zijn als afzonderlijke typen behandeld vanwege de samenstellingen in dit lemma en in de volgende lemmaɛs. [S 22; Wi 18; monogr.; add. uit JG 1b; L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31]
I-5
|
| 21987 |
lijst met deelnemende duiven |
opnamelijst:
opnamelies (L426p Buchten)
|
de lijst waarop elke liefhebber zijn deelnemende duiven laat inschrijven? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 24567 |
lijsterbes |
lijster:
-
liester (L426p Buchten)
|
lijsterbes (Sorbus aucuparia) [DC 26 (1954)]
III-4-3
|
| 30697 |
lijsthaak |
lijsthaak:
līshǭk (L426p Buchten)
|
Stevige ijzeren haak die in de dakgoot wordt opgehangen. Aan de haak zijn ijzeren consoles bevestigd voor het opleggen van de zitplank. Iedere haak is bovendien voorzien van een schaar die hem op gewenste afstand van de gevel houdt. [N 67, 63j]
II-9
|
| 30696 |
lijstleertje |
lijstleidertje:
līslɛjǝrkǝ (L426p Buchten)
|
Zitplankje dat in de dakgoot wordt opgehangen. Het bestaat uit twee aan de bovenzijde gebogen metalen haken die aan een blok bevestigd zijn. Aan de onderzijde van de haken is een zitplankje aangebracht. [N 67, 63i]
II-9
|
| 30730 |
lijvig |
lijvig:
līvex (L426p Buchten)
|
Gezegd van verf die dikvloeibaar is. [N 67, 75a]
II-9
|
| 20492 |
likken |
lekken:
lèkke (L426p Buchten)
|
likken; Hoe noemt U: Met de tong over iets heen en weer gaan om zo het voedsel op te nemen (likken, lekken, leppen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 20725 |
limburgse kaas |
stinkkaas:
Syst. WBD
sjtinkkêês (L426p Buchten)
|
Limburgse kaas, Hervese kaas (stinkkaas, rommedoe?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|