24204 |
mannelijke eend |
wenderik:
wēnjǝrek (L426p Buchten),
węnjǝrek (L426p Buchten)
|
[GV, K 2; L 1a-m; L 3, 3; L 14, 18; JG 1a, 1b, 2c; S 18; NE II, 55; Vld.; A 6, add.; monogr.]
I-12
|
34446 |
mannelijke geit |
bok:
bok (L426p Buchten)
|
[N 70, 8; N 77, 78; N 77, 80; A 9, 19; L 32, 82; Wi 11; RND 89; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.]
I-12
|
34555 |
mannelijke kalkoen |
schroethaan:
šrūthān (L426p Buchten)
|
[A 6, 3a; S 16; L 1, 113; R 14, 3; monogr.]
I-12
|
24456 |
mannelijke meikever |
mulder:
muldewr, (mann.) (L426p Buchten)
|
meikever, mannetje [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
18673 |
mannenkleren |
mansluikleren:
mansluu kleijer (L426p Buchten)
|
mannenkleren [t mansdinge] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18703 |
mantelpak |
mantelpak:
mantjelpak (L426p Buchten),
mantelpakje:
mantjelpekske (L426p Buchten)
|
mantelpak, uit jas en rok bestaand dameskostuum [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24945 |
marmer |
marmer:
marmer (L426p Buchten, ...
L426p Buchten)
|
marmer [SGV (1914)] || marmer, dicht, fijnkorrelig kalkgesteente dat geschikt is om te bewerken en te polijsten, in bouw- en beeldhouwkunst als grondstof gebruikt [marbel, melber] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
22739 |
marmeren beeld |
beeld:
een marmere beeld (L426p Buchten),
marmere beeldj (L426p Buchten)
|
Marmeren beeld. [N 06 (1960)]
III-3-2
|
30665 |
marmerklopper |
gummikwast:
gømikwas (L426p Buchten)
|
Tamponneerkwast voor het imiteren van sommige marmersoorten. De kwast bestaat uit een houten of zinken voetplaat waaraan rubber strookjes bevestigd zijn. De kwast wordt ook wel gebruikt bij de glaceertechniek, een versieringsmethode waarbij op een gedekte ondergrond een laag glaceersaus wordt aangebracht die vervolgens met de kwast wordt bewerkt. In Q 121 werd op deze wijze met de 'strener' een kronkelende beweging gemaakt waardoor in de glaceersaus een streperig motief ontstond. [N 67, 50]
II-9
|
22440 |
masker |
mommegezicht:
mommegezich (L426p Buchten)
|
masker [SGV (1914)]
III-3-2
|