19443 |
pannenlap |
pannenlap:
pannelap (L426p Buchten)
|
lap waarmee men hete voorwerpen van het vuur neemt (kwezel) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
18295 |
pantoffel |
pantoffel:
pantoffels (L426p Buchten)
|
Hoe noemt men de pantoffels? [DC 09 (1940)]
III-1-3
|
20558 |
pap |
pap:
pap (L426p Buchten),
Syst. WBD
pap (L426p Buchten)
|
brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)] || Pap, heel in het algemeen [N 16 (1962)]
III-2-3
|
21954 |
pap (kropmelk) |
pap:
pap (L426p Buchten)
|
Hoe heet verder: de pap of kropmelk waarmee de jongen eerst gevoed worden? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
30762 |
papborstel |
insmeerborstel:
enšmē̜rbø̄stǝl (L426p Buchten)
|
De borstel waarmee men het plaksel op het behang en de muren smeert. Vaak wordt als papborstel een blokwitter of een handveger gebruikt. [N 67, 94b]
II-9
|
21126 |
papier |
papier:
papier (L426p Buchten)
|
papier [SGV (1914)]
III-3-1
|
18194 |
paraplu |
paraplu:
parreplu (L426p Buchten)
|
paraplu [N 23 (1964)]
III-1-3
|
22055 |
parasieten (alg.) |
ongedierte:
ps. letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft!
ongedeerte (mite) (L426p Buchten)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: uitwendige parasieten in het algemeen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20560 |
parelen |
bruisen:
broesje (L426p Buchten)
|
parelen; Hoe noemt U: Opstijgen van luchtbelletjes in drank (parelen, kriezelen, grinselen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21950 |
paren van de duiven |
paren:
pare (L426p Buchten)
|
Hoe heet verder: paren? [N 93 (1983)]
III-3-2
|