19400 |
pendule |
klok:
klok (L426p Buchten)
|
Klok op de schoorsteenmantel (pendule, horloge) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
27631 |
penningen afroepen |
nommers voorlezen:
nomǝrs vø̄rlē̜zǝ (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
penning afroepen:
pɛneŋ āfrōpǝ (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits])
|
De penningnummers afroepen bij het uitgeven van de penningen. Zie voor de fonetische dokumentatie van het woord (marken) het lemma Controlepenning. [N 95, 48]
II-5
|
27627 |
penningen uitgeven |
penningen uitgeven:
[penningen] ūtgē̜vǝ (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Controlepenningen uitreiken. Het uitgeven van de penningen geschiedde bovengronds. De zegsman uit Q 15 merkt daarover voor de mijn Maurits op dat op vertoon van de penning de mijnwerker zijn lamp en gereedschap kon ophalen. Daarna gaf hij de penning af voordat hij in de lift stapte. Aan het eind van de dienst kon hij de penning bovengronds, later ondergronds weer van een bord nemen. De penning werd uiteindelijk bij het verlaten van de mijn in een bak bij de portier gedeponeerd. Zie voor de fonetische dokumentatie van de tussen haken geplaatste woorden het lemma Controlepenning. [N 95, 45]
II-5
|
27630 |
penningencontrole |
markcontrole:
markcontrole (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits]),
penningcontrole:
pɛneŋkontrol (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Het controleren van de penningen. Aan de hand van de controle kon worden vastgesteld welke mijnwerkers niet naar hun werk waren gekomen, maar ook of er bij het einde van de dienst mijnwerkers ondergronds waren achtergebleven. De invuller uit Q 3 merkt daarbij op dat in de mijnen in Winterslag en Waterschei de controle van de penningen door de "médailleur" zowel in de "médaillerie", de "lampisterie" als in de "beur" geschiedde. Uit de opgaven uit Q 111 , Q 112a, Q 117a en Q 121 blijkt verder dat de penningcontrole in de mijnen Oranje-Nassau I-IV, Laura, Julia en Domaniale gebeurde in de "penningboede" en de "markenboede" (zie het lemma Penningenlokaal). [N 95, 44; monogr.; N 95, 125; N 95, 47]
II-5
|
27633 |
penningencontroleur, penningenontvanger |
penningencontroleur:
pɛneŋǝkontrǝlø̄r (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Emma])
|
De man die de penningen innam voor controle. [N 95, 47; N 95, 44; N 95, 125; monogr.]
II-5
|
27634 |
penningenkist |
penningenkist:
pɛneŋǝkes (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
De kist waarin de penningontvanger ondergrondsde penningen deponeerde, wanneer hij die aan het begin van de dienst van de mijnwerkers had ontvangen. Met behulp van deze kist werden de penningen in de Domaniale mijn daarna naar boven gebracht, waar ze door de controle werden geadministreerd (Lochtman pag. 52). [N 95, 49]
II-5
|
27626 |
penningenlokaal |
penninglokaal:
pɛneŋlokāl (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits]),
portier:
portēr (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Lokaal waar men de dienstpenningen uitdeelde. Uit de woordtypen "portier" en "portiersloge" blijkt dat dat uitdelen ook door de portier kon gebeuren. De informant van Q 111 vermeldt dat de term "markenboede" vroeger werd gebruikt. [N 95, 5; monogr.]
II-5
|
20842 |
peper |
peper:
pèper (L426p Buchten)
|
peper [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
17911 |
persen |
persen:
pese (L426p Buchten),
pēsǝ (L426p Buchten)
|
Het maken van uitdrijvende bewegingen, gezegd van de koe die gaat kalven. [N 3A, 47] || persen [SGV (1914)]
I-11, III-1-2
|
27348 |
perslucht |
perslucht:
pɛrslø̜x (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Samengeperste lucht, gebruikt voor de aandrijving van verschillende werktuigen. Volgens Lochtman (pag. 59) kende men twee soorten perslucht: hoge druk (ongeveer 175 atm) werd gebruikt voor de ondergrondse locomotieven en lage druk (ongeveer 6 atm) werd toegepast bij de aandrijving van luchthamers, schudgoten enz. [N 95, 820; monogr.; Vwo 293; Vwo 592; Vwo 593; Vwo 628; Vwo 631]
II-5
|