19333 |
pret, schik |
plezier:
plezeer (L426p Buchten),
weer höbbe plezeer got (L426p Buchten),
schik:
sjik (L426p Buchten),
weer höbbe sjik got (L426p Buchten)
|
[schik] wij hebben ~gehad [SGV (1914)] || schik [SGV (1914)]
III-1-4
|
23326 |
priester |
priester:
preester (L426p Buchten)
|
priester [SGV (1914)]
III-3-3
|
33740 |
prikkeldraad |
puntdraad:
pønjtjdrǭt (L426p Buchten)
|
Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.]
I-8
|
22356 |
priktol |
dop:
dop (L426p Buchten)
|
tol (speeltuig) [SGV (1914)]
III-3-2
|
23243 |
processie |
processie (<lat.):
percessie (L426p Buchten)
|
processie [SGV (1914)]
III-3-3
|
28011 |
produktiegereed |
klaar:
klǭr (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Gezegd van een pijler die gereed is om in produktie gebracht te worden. [N 95, 198]
II-5
|
17742 |
proeven |
proeven:
preuve (L426p Buchten, ...
L426p Buchten,
L426p Buchten,
L426p Buchten)
|
proeven [SGV (1914)], [SGV (1914)] || proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] || proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)]
III-1-1, III-2-3
|
27588 |
promotie maken |
promoveren:
promoveren (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits])
|
In rang bevorderd worden of meer loon krijgen. [N 95, 1003]
II-5
|
18221 |
pronken |
pronken:
pronke (L426p Buchten),
strontsen:
sjtronse (L426p Buchten)
|
prijken [SGV (1914)] || pronken [SGV (1914)]
III-1-3
|
20506 |
proosten |
klinken:
klinke (L426p Buchten),
proosten:
prooste (L426p Buchten)
|
proosten; Hoe noemt U: De glazen tegen elkaar aanstoten als teken dat men elkaar veel goeds toewenst (knutsen, klinken, proosten) [N 80 (1980)]
III-2-3
|