e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buchten

Overzicht

Gevonden: 3668
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blauw slachten blauw slachten: blǫw šlaxtǝ (Buchten) Als de huid van het rund niet zorgvuldig wordt losgesneden, blijft er soms vet aan vastzitten, waardoor de blauwachtig gekleurde bovenlaag van het vlees dat op het rund blijft kleven, bloot komt te liggen. Omdat gevraagd was naar een uitdrukking voor dit "blauw slachten", komen er verschillende grammaticale categorieën voor in dit lemma. [N 28, 54] II-1
blauwe bosbes marbel: marbel (Buchten), marmel: -  marmele (Buchten, ... ) blauwe bosbes [DC 13 (1945)] || boschbes [SGV (1914)] III-4-3
blauwe reiger, reiger reiger: reiger (Buchten, ... ) reiger [SGV (1914)] || reiger (91 bekende vogel; grijs; hangkuif, donkere borstveren; algemeen langs het water; broedt in enkele kolonies in hoge bomen [N 09 (1961)] III-4-1
blauwe vleesvlieg, bromvlieg vleesvlieg: vleišvleeg (Buchten) bromvlieg (legt eieren in geslacht vlees) [DC 18 (1950)] III-4-2
blauwsel blauwsel: blø̜wsǝl (Buchten) Soort blauw poeder dat men aan witkalk toevoegt om deze witter te doen lijken. Het toevoegen van blauwsel noemde men in Q 3 'blauwselen' ('blotsǝlǝ'), in Q 121 'blauwen' ('blø̜jǝ'). [N 67, 66f] II-9
bleek bleek: bleik (Buchten), hae (hê) zuut bleik (oet) (Buchten) bleek [SGV (1914)] || bleek (hij ziet er bleek uit) [N 37 (1971)] III-1-2
bleek, flets zien bleek uitzien: hae (hê) zuut bleik (oet) (Buchten) bleek (hij ziet er bleek uit) [N 37 (1971)] III-1-2
bleke steen bleek gebakken brik: blęjk ˲gǝbakǝ brek (Buchten) Metselsteen die onvoldoende doorbakken is. [N 98, 165; S 37; monogr.; N 30 add.] II-8
blij blij: blie (Buchten) blij [SGV (1914)] III-1-4
blijvend invalide blijvend invalide: blīvǝnt envalit (Buchten  [(Maurits)]   [Maurits]) [N 95, 968] II-5