e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buchten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
talud kleef: klēf (Buchten), schoor: šǭr (Buchten) De aflopende kant van een weg, dijk of sloot. Een aantal woordtypen duidt op een sloot of greppel naast de weg, terwijl gevraagd was naar de ø̄aflopende kant van een weg, dijk, of slootø̄. [N M, 27; N 11, 7a; N 11, 7b; monogr.] I-8
tamponeerborstel tamponeerborstel: tɛmpǝnērbø̄stǝl (Buchten) Langwerpig rechthoekige borstel, meest van blank varkenshaar, met gebogen handvat of steel die wordt gebruikt om bij mat verfwerk de strepen van de verfkwast weg te nemen. Om dit te bereiken wordt met de borstel gelijkmatig op het vers geverfde werk gedopt. [N 67, 38; div.] II-9
tamponeren tamponeren: tɛmponērǝ (Buchten) Bij mat verfwerk met een tamponeerborstel in de verf doppen.om de strepen van de verfkwast weg te nemen. Zie ook het lemma 'Tamponeerborstel'. [N 67, 80b] II-9
tamponneerverf tamponneerverf: tɛmpǝnēr[verf] (Buchten) Verf die met een tamponneerkwast kloppend wordt aangebracht. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 24] II-9
tand tand: tandj (Buchten), tàndj (Buchten) tand [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
tanden tanden (mv.): tenj (Buchten) tanden [SGV (1914)] III-1-1
tanden van de hooihark tanden: tɛnj (Buchten) De houten pennen die aan beide zijden uit de dwarsbalk van de hooihark steken; zie afbeelding 11, d. Alle opgaven zijn in het meervoud. [N 18, 92d] I-3
tandpijn tandpijn: tandjpien (Buchten) kiespijn [DC 27 (1955)] III-1-2
tandvlees tandvlees: tenjdvleis (Buchten) tandvlees [bibbletjes, bibbertjes] [N 10 (1961)] III-1-1
tang tang: taŋ (Buchten  [(Maurits)]   [Maurits]) [N 95, 758] II-5