33304 |
trekschoffel |
trekschoffel:
tręk[schoffel] (L426p Buchten)
|
Op een hark gelijkend gereedschap, dat, in tegenstelling tot de duwschoffel, getrokken wordt. Er kunnen één of meerdere schoffelijzers aan de steel zitten. Het wordt gebruikt om onkruid te wieden of om de grond los te maken. Het is een kleine uitvoering van de hak voor lichter en fijner werk. Voor de fonetische documentatie van het woord(deel) schoffel zie het lemma Schoffel. [N 18, 49 en 51; monogr.]
I-5
|
31700 |
trekzaag, boomzaag |
kortzeeg:
kǫrt˲zē̜x (L426p Buchten)
|
Zaag met een blad van 1.5 tot 2 meter lengte. De twee handvatten van de zaag liggen in het verlengde van het zaagblad en steken daar 30 à 40 cm boven uit. De trekzaag dient om bomen en ruw hout door te zagen. Ze wordt bediend door twee personen. Zie ook afb. 2. De trekzaag wordt behalve door de houtzager ook door andere houtbewerkende beroepen gebruikt. De kuiper zaagt er stukken boomstam mee die ongeveer de lengte van een duig hebben en de klompenmaker de zgn. bollen, stukken boomstam in de lengte van een klomp. [N E, 7; N 18, 128; N 47, 14; N 50, 11a + 17a; N 75, 116a; L 36, 49; Bakeman 8; monogr.]
II-12
|
18934 |
treuzelen |
treuzelen:
treuzele (L426p Buchten)
|
treuzelen [SGV (1914)]
III-1-4
|
21956 |
trichomonose |
het geel:
’t geel (L426p Buchten),
trochomotiage:
Trochomotiasse (L426p Buchten)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: Trichomonose: ziekte veroorzaakt door een parasitaire bacterie, die vooral huist in bek, keel en krop. Bij de besmette jongen zijn diarree met zure afgang de eerste verschijnselen. Er ontstaan gele ettergezwe [N 93 (1983)] || Kent U hiervoor een oudere volkse benaming? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
25051 |
troebel, vuil (water) |
gemoerd:
gemuurd (L426p Buchten),
troebel:
troebel (L426p Buchten)
|
troebel [SGV (1914)]
III-4-4
|
22393 |
troef |
troef:
troef (L426p Buchten)
|
troef [SGV (1914)]
III-3-2
|
21385 |
troep |
troep:
trobbe (L426p Buchten)
|
troepen (mv.) [SGV (1914)]
III-3-1
|
34300 |
troep biggen in het algemeen |
toom:
tūm (L426p Buchten),
troep:
trop (L426p Buchten)
|
In dit lemma wordt het begrip biggen of wat daarvoor in de plaats kan komen achter nest, toom enzovoorts niet gedocumenteerd. [N 19, 17; N 76, add.]
I-12
|
34464 |
troep kippen |
klocht:
klox (L426p Buchten)
|
Varianten van kippen, hennen, hoenders enz. zijn niet gedocumenteerd. Zie hiervoor het lemma ''kippen'' (5.2.1). Alleen de benamingen voor troep zijn in dit lemma opgenomen. [N 19, 63; A 4, 18; L 4, 18; L 20, 18; S 37; monogr.]
I-12
|
22848 |
troeven (mv.) |
troeven (mv.):
troeve (L426p Buchten)
|
troeven (mv.) [SGV (1914)]
III-3-2
|