e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buchten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
varkensvet smout: sjmaut (Buchten, ... ) olie [SGV (1914)] || smout [SGV (1914)] III-2-3
vaste bloedmassa bloedklonters: blōtkløjntǝrs (Buchten) In het bloed zit de stof fibrine die het bloed doet stollen. Tijdens het kloppen van het bloed vormt deze stof een vaste, draderige massa om de vingers, het strootje of het houtje. [N 28, 18; monogr.] II-1
vaste boord kraag: kraag van het humme (Buchten) kraag, vaste halsboord van een overhemd [N 23 (1964)] III-1-3
vaste uitwerpselen schaapskeutelen: šǭpskø̄tǝlǝ (Buchten), varkenskeutelen: vɛrkǝskø̄tǝlǝ (Buchten) [N 76, 35; A 9, 24d]In de vragen L 20, 22f en A 4, 22f werd ook gevraagd naar het gebruik van schapenmest. Uit de antwoorden blijkt dat schapenmest kon dienen als bemesting in het algemeen en als weiland- en bloembemesting. Ook vermengde men schapenmest met stalmest. Schapenmest werd wel eens gebruikt om stokbomen in te planten. [N 77, 122; L 20, 22f; A 4, 22f; A9, 24c] I-12
vaste varkenshuid 3a: šwārs (Buchten) De huid die op het varken vast bleef zitten. Woordtypen als "zwaard(s)", "zwaars", "zwoord", "zwoors" komen in de betekenis "harde rand van een snede spek" ook nog voor in een ander verband in het woordenboek. [N 28, 30; monogr.] II-1
vaste voer- en drinkbak krib: krøp (Buchten) De opgemetselde bak of goot, soms in vakken verdeeld, die vóór de koeien langs loopt, waaruit de koeien eten en drinken. De hoogte van de bak verschilt van plaats tot plaats. Het water wordt het laatst in de bak gedaan. De bak is dan meteen schoon. Zie ook het vorige lemma "voer- en drinkgoot" (2.2.14). Zie ook afbeelding 10 bij het lemma "koeienstand" (2.2.23). [N 5A, 37b; N 4, 76; N 5, 96; L 1, a-m; L A1, 174; S 19; Wi 4; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10] I-6
vastenavond vastenavond: vastenoavend (Buchten) Vastenavond [SGV (1914)] III-3-2
vastendag vasteldag: vesteldaag (Buchten) vastendag [SGV (1914)] III-3-3
vastentijd vasten: vaste (Buchten) vasten [SGV (1914)] III-3-3
vastlopen vastlopen: vaslǫwpǝ (Buchten  [(Maurits)]   [Maurits]) Vastlopen, gezegd van de luchthamer. [N 95, 819] II-5