| 27700 |
vergaderruimte |
vergaderlokaal:
vergaderlokaal (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits])
|
[N 95, 29]
II-5
|
| 19597 |
vergiet |
zijschotel:
ziesjotel (L426p Buchten)
|
Vergiet. Hoe noemt men de van gaten voorziene schotel (gemaakt van aardewerk, email of blik), die wordt gebruikt om b.v. gewassen groente te laten uitdruipen? [DC 14 (1946)]
III-2-1
|
| 21389 |
vergoeden |
vergoeden:
vergeuje (L426p Buchten)
|
vergoeden [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 30740 |
vergulden |
vergulden:
vǝrgølǝ (L426p Buchten)
|
Het bedekken van een oppervlak met een goudlaagje uit bladgoud of goudpoeder. [N 67, 81a]
II-9
|
| 30710 |
vergulden, verzilveren |
goudbronzen:
gǫwt˱brǫnsǝ (L426p Buchten),
zilverbronzen:
zelvǝrbrǫnsǝ (L426p Buchten)
|
Schilderen met goud- of zilverbrons. [N 67, 66g; monogr.]
II-9
|
| 30675 |
verguldkussen |
goudkussen:
gǫwtkø̜sǝ (L426p Buchten)
|
Kussen dat men bij het vergulden gebruikt. Het bestaat doorgaans uit een rechthoekig plankje dat met kalfsleer is overtrokken en is opgevuld met paardehaar. Aan de achterzijde is een perkamenten kap aangebracht, die in opgevouwen toestand het kussen tegen vuilworden beschermt, en die, opgezet, verhindert, dat de blaadjes bladgoud, die op het kussen worden gesneden, wegwaaien. [N 67, 55b]
II-9
|
| 21412 |
verhaal |
nieuws:
nuuts (det -) (L426p Buchten)
|
verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)]
III-3-1
|
| 20533 |
verhitten |
opwarmen:
opwerme (L426p Buchten)
|
verhitten; Hoe noemt U: Voedsel warm maken (loteren) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 19370 |
verhuizen |
verhuizen:
(klemtoon op 2e lettergreep)
verhóeze (L426p Buchten)
|
Van woning veranderen (verhuizen, overhuizen, overtrekken) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 22507 |
verjaardag |
verjaardag:
verjoardaag (L426p Buchten)
|
verjaardag [SGV (1914)]
III-3-2
|