| 28090 |
verleggen |
omleggen:
omlęqǝ (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Het transportmiddel in een pijler van het oude naar het nieuwe pand verplaatsen. In tegenstelling tot het "verschuiven" wordt de transportinstallatie daarbij gedemonteerd en in het nieuwe pand weer opgebouwd. [N 95, 493; monogr.; N 95, 267; Vwo 226; Vwo 549]
II-5
|
| 21393 |
verliezen |
verliezen:
verleezen (L426p Buchten, ...
L426p Buchten)
|
verliezen [SGV (1914)]
III-3-1, III-3-2
|
| 27623 |
verlof, vrije dag |
verlof:
verlof (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits]),
verlofschicht:
vǝrlofšex (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Van vakantie spraken de mijnwerkers niet. Men nam een verlofdag en deze was dan "de mooiste werkdag". [N 95, 121; N 95, 122; N 95, 123; monogr.; N 95, 920; Vwo 248]
II-5
|
| 25098 |
vernielen |
vernielen:
verneele (L426p Buchten)
|
vernielen [SGV (1914)]
III-4-4
|
| 30605 |
vernis |
vernis:
vǝrnīs (L426p Buchten)
|
Bij kamertemperatuur vloeibare massa, die in dunne lagen over voorwerpen wordt gestreken en daarop een doorschijnende, tegen de invloed van lucht en water beschermende bedekking vormt. Vernis bestaat uit een oplossing van harsen in lijn- of terpentijnolie of andere oplosmiddelen. [N 67, 21a; monogr.]
II-9
|
| 30706 |
vernissen |
vernissen:
vǝrnīsǝ (L426p Buchten)
|
Met vernis bestrijken. Een dunne laag uitgestreken vernis droogt op tot een glanzende, doorschijnende laag. Vernis kan zowel gebruikt worden als bescherming voor onderliggende verflagen als ter verfraaiing. [N 67, 66b; monogr.]
II-9
|
| 20576 |
verschaald |
verschaald:
verschaald (L426p Buchten)
|
verschaald; Hoe noemt U: Door lang staan geur en kracht verloren hebbend, gezegd van bier (verschaald) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 25344 |
verslachten |
afslachten:
āfgǝšlaxt (L426p Buchten)
|
Verminderen in gewicht van het vlees ten gevolge van het slachten. [N 28, 97]
II-1
|
| 32918 |
verspreid gras |
sprei:
spręi̯ (L426p Buchten)
|
Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98]
I-3
|
| 19179 |
verstandig |
verstandig:
versjtenjig (L426p Buchten)
|
verstandig [SGV (1914)]
III-1-4
|