e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buchten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vol vol: vǫl (Buchten) Een vol is de strook grond die men bij de manier van eggen als bedoeld in het vorige lemma, op de heen- of terugweg onbewerkt laat, om hem na de volgende draai "vol" te eggen; zie afb. 74 t/m 76. Benamingen voor deze strook liggen - veelal in de meervoudsvorm - ook besloten in de termen van het vorige lemma. De enkele vol is smaller dan de normale egbaan en gewoonlijk niet breder dan de helft daarvan. De term vol wordt soms ook wel gebruikt voor de egbaan, het door de eg getrokken spoor. Daarop zijn ook de termen aan het einde van het lemma van toepassing. Ze worden gevolgd door enige termen die betrekking hebben op de in een egbaan te onderscheiden sporen van de egtanden. [N 11A, 174 + 175; JG 1b add.; div.; monogr.] I-2
volière aan het duivenhok duivenren: doeveren (Buchten) een grote kooi of volière aan het duivenhok aangebouwd? [N 93 (1983)] III-3-2
volle maan volle maan: volle moan (Buchten) schijngestalte van de maan: volle maan [N 81 (1980)] III-4-4
volle wagen volle wagen: volǝ wāgǝ (Buchten  [(Maurits)]   [Maurits]) [N 95, 673b; monogr.] II-5
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) beer: bēǝr (Buchten), bęǝr (Buchten), bɛǝr (Buchten) De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
vonk vonk: vònk (Buchten) Brandend of gloeiend deeltje dat ergens afvliegt (kester, vonk, geinster, sprankel, kleister) [N 79 (1979)] III-2-1
voogd voogd: voog (Buchten) voogd [SGV (1914)] III-2-2
voorbereiding werkvoorbereiding: werkvoorbereiding (Buchten  [(Maurits)]   [Winterslag, Waterschei]) Werken in een koollaag die worden uitgevoerd na de ontsluiting maar vóór de winning. "Verzamelnaam voor alles wat en iedereen die zich bezighoudt met de voorbereidende ondergrondse werken tot het winnen van de kolen" (Vanwonterghem pag. 180). [N 95, 167; monogr.; Vwo 627; Vwo 843] II-5
voorbereidingsploeg voorbereidingsploeg: vø̄rbǝręjdeŋsplōx (Buchten  [(Maurits)]   [Maurits]) [N 95, 177; N 95, 176; monogr.] II-5
voorbereidingspost voorbereidingspost: vø̄rbǝręjdeŋspost (Buchten  [(Maurits)]   [Maurits]) Front van de galerij waar de voorbereidingsploeg de galerij verder in de koollaag en het gesteente drijft. [N 95, 176; monogr.] II-5