32866 |
dubbel gezwad |
dubbel gezwad:
dø̜bǝl [gezwad] (L426p Buchten)
|
De dubbele reep gras die ontstaat als men eenmaal heen maait, omdraait, en vlak daarnaast weer eenmaal terug over het veld maait, zodat er twee regels gemaaid gras tegen elkaar aan komen liggen. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken het lemma ''gezwad, regel gemaaid gras''. [N 14, 94]
I-3
|
33731 |
dubbel sierhek |
barrier:
barēr (L426p Buchten)
|
Dubbel sierhek dat toegang geeft tot een boerenhofstee of buitenplaats. [A 25, 5f; L 19B, 6]
I-8
|
33446 |
dubbele toegangspoort van een gesloten erf |
poort:
[poort] (L426p Buchten)
|
De uit twee helften bestaande poort, die toegang geeft tot een door het woonhuis en de bedrijfsgebouwen omgeven binnenplaats. Zie ook het lemma "schuurpoort" (3.1.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18 bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 5A, 77b; monogr.]
I-6
|
28383 |
dubbelkettingtransporteur |
doppele transporteur:
dǫpǝlǝ transpǫrtø̄r (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Beringen, Houthalen, Eisden]),
kettingtoer:
kɛteŋtūr (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Emma])
|
Transportinrichting voor hellend en dalend vervoer van kolen, stenen en materiaal. "Het bestaat uit een lange stilstaande ijzeren goot met omgeplooide zijden, in deze zijden zijn er twee kettingen die langs onder terugkeren. Deze twee kettingen zijn verbonden met schraapijzers die de losgemaakte kolen meenemen. De pantser wordt automatisch tegen het voortschrijdend front geschoven door persluchtcylinders. Het toestel is betrekkelijk nieuw" (Vanwonterghem pag. 169). Het woordtype "pantser" is terug te voeren op het feit dat het apparaat gewoonlijk als zijwanden een paar stevige ijzeren platen heeft. De transporteur kan als geleiding dienen voor een schaafploeg (zie het lemma Koolploeg, Koolschaaf). De woordtypen "gusto", "beien" en "prünte" duiden de fabrikanten van de apparaten aan. De dubbelkettingtransporteur vertoont enige gelijkenis met de schraapgoot. Daarom is een aantal opgaven uit dit lemma terug te vinden in het lemma Schraapgoot. [N 95, 657; N 95, 604; monogr.; Vwo 581; Vwo 582; Vwo 583]
II-5
|
22021 |
duif (alg.) |
duif:
doef (L426p Buchten, ...
L426p Buchten)
|
Duif [SGV (1914)] || Wat is de gewone dialectbenaming van de duif in het algemeen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22171 |
duif die aan een leervlucht deelneemt |
pieper:
pieper (L426p Buchten)
|
Hoe zegt men / hoe noemt men in Uw dialect: een duif die aan een dergelijke vlucht deelneemt [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21982 |
duif die normaal op korteafstandsvluchten vliegt |
vitesse:
vitesse (L426p Buchten),
vitesseduif:
vitessedoef (L426p Buchten)
|
Hoe heet een duif die normaal vliegt: op korte afstandsvluchten? [N 93 (1983)] || Kent U daarin diverse variëteiten of rassen? Welke? Geef naam en eigenschappen. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21981 |
duif die normaal op langeafstandsvluchten vliegt |
fond:
fond (L426p Buchten),
fondduif:
funddoef (L426p Buchten)
|
Hoe heet een duif die normaal vliegt: op lange afstandsvluchten? [N 93 (1983)] || Kent U daarin diverse variëteiten of rassen? Welke? Geef naam en eigenschappen. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21983 |
duif die normaal op middellangeafstandsvluchten vliegt |
midfond:
midfond (L426p Buchten),
midfondduif:
midfuntdoef (L426p Buchten)
|
Hoe heet een duif die normaal vliegt: op middellange afstandsvluchten? [N 93 (1983)] || Kent U daarin diverse variëteiten of rassen? Welke? Geef naam en eigenschappen. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21907 |
duif uit het eerste nest van het jaar |
winterjongen:
winterjonge (L426p Buchten)
|
Hoe heet een duif uit het eerste nest van het jaar? [N 93 (1983)]
III-3-2
|