e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buchten

Overzicht

Gevonden: 3668
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duif uit het laatste nest van het jaar late jongen: late jonge (Buchten) Hoe heet een duif uit het laatste nest van het jaar? [N 93 (1983)] III-3-2
duif uit het tweede nest van het jaar tweede broed: tweide breuj (Buchten) Hoe heet een duif uit het tweede nest van het jaar? [N 93 (1983)] III-3-2
duif, algemeen duif: doef (Buchten) Duif [SGV (1914)] III-4-1
duim duim: dōēm (Buchten) duim [N 10 (1961)] III-1-1
duimeling duimeling: duumeling (Buchten) hoesje of deel van handschoen dat ter beschermin van een gekwetste vinger wordt geschoven en aan de pols wordt vastgemaakt [sluif, sleuf, duimeling] [N 23 (1964)] III-1-3
duin zandheuvel: zanjdheuvel (Buchten) duin, heuvel van zand [zandklip, zandbult, blink] [N 81 (1980)] III-4-4
duits duits: Duitsj (Buchten) Duitsch [SGV (1914)] III-3-1
duiven inzetten inkorven: inkörve (Buchten) Hoe heet het inzetten van duiven in wedstrijden? [N 93 (1983)] III-3-2
duiven keuren keuren: köre (Buchten) de duif keuren in het hok om over de deelneming aan een vlucht te beslissen? [N 93 (1983)] III-3-2
duivenhok duivenkooi: doevekooi (Buchten), dūvǝkōi̯ (Buchten) (duiven)til [SGV (1914)] || Soms vindt men in de nok van de zolder een afgeschotte ruimte voor de duiven, die door een gat in de gevel of in het dak in en uit kunnen vliegen. Hier staan de benamingen voor het duivenhok, ongeacht de vorm van dat hok, bijeen. De termen slag en spijker in dit lemma hebben betrekking op de duivenkooi als geheel. Zie ook het lemma "duivenslag" (3.4.8). In kaart 51 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie afbeelding 17. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 10, 9k; L 8, 9a; L 38, 31; S 37; monogr. add. uit N 5A, 58c "til" en JG 2c; A 28, 14c "spijker] I-6, III-3-2