30600 |
glansverf |
glansverf:
glans˲[verf] (L426p Buchten)
|
Verf die na droging een glanzend oppervlak vertoont. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 19b; monogr.]
II-9
|
30788 |
glas snijden |
glas snijden:
glās šnijǝ (L426p Buchten)
|
Glas op maat snijden met behulp van een glassnijder. Zie ook het lemma 'Glassnijder'. [N 67, 90b]
II-9
|
30681 |
glasbreker |
glasbreker:
glās˱brē̜kǝr (L426p Buchten)
|
IJzeren lemmet met inkepingen voor verschillende diktes van glas, dat wordt gebruikt wanneer de bij het glassnijden af te breken stroken glas te smal zijn om met de hand aan te vatten. [N 67, 58c]
II-9
|
19399 |
glasgordijn |
gordijn:
gerdîên (L426p Buchten)
|
Dun gordijn van gaas of andere fijne stof, dat vlak voor het raam hangt (gordijn, glasgordijn, vitrage) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
30678 |
glaskrabber |
ruitewisser:
rūtǝwesǝr (L426p Buchten)
|
Werktuig om kleine verfspatjes van glas te verwijderen. In Q 121 verwijderde men overtollige verf ook door het glas nat te maken en vervolgens met een muntstuk over de spatjes te wrijven. In K 353 werd hiervoor een koperen geldstuk gebruikt. [N 67, 56b]
II-9
|
30792 |
glasrek |
glasrek:
glāsręk (L426p Buchten)
|
Vierkant rooster met aan de onderzijde een bakje, waarin het glas, de hamer, de stopverf, etc. gelegd kunnen worden. [N 67, 91]
II-9
|
30680 |
glassnijder |
diamantslijper:
dijamantšlīpǝr (L426p Buchten),
glassnijder:
glāsšnijǝr (L426p Buchten),
radjessnijder:
rē̜tjǝsšnijǝr (L426p Buchten)
|
Instrument waarmee het glas op maat wordt ingeritst. De glassnijder kan zijn samengesteld uit een houten handvat waaraan een diamant is bevestigd, maar er bestaan ook uitvoeringen waarbij het glas met behulp van een stalen wieltje wordt ingeritst. Aan de zijkant van de kop van de glassnijder zijn soms enige inkepingen aangebracht, die corresponderen met de verschillende glasdiktes. Zij worden gebruikt om het glas af te breken. In Q 203 werden deze inkepingen 'de tanden' ('dǝ t'ŋ') genoemd. Zie ook afb. 98. [N 67, 58a; N 67, 58b; monogr.]
II-9
|
30682 |
glassnijder voor ronde vlakken |
rondsnijder:
rǫntšnijǝr (L426p Buchten)
|
Glassnijder bestaande uit een rubber of kunststof dop waaraan een 3600 draaibare metalen lat is bevestigd. De glassnijder wordt met behulp van een stelschroef op de lat vastgezet. Door de dop op het glas vast te drukken en tegelijkertijd met de glassnijder een ronddraaiende beweging te maken, wordt het glas cirkelvormig ingeritst. [N 67, 58d]
II-9
|
30683 |
glastang |
glastang:
glāstaŋ (L426p Buchten)
|
Tang die bij zeer dik glas wordt gebruikt om na het snijden de overtollige stroken af te breken. [N 67, 58e]
II-9
|
19386 |
glazenkast |
glazenkast:
glazekas (L426p Buchten)
|
Kast met opbouw, voor zilver- of glaswerk (buffet, zilverkast, glazenkast) [N 79 (1979)]
III-2-1
|