e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buchten

Overzicht

Gevonden: 3668
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glazig glazig: glazig (Buchten) glazig; Hoe noemt U: Hard en doorschijnend, gezegd van aardappelen (schier, glazerig) [N 80 (1980)] III-2-3
gleiswerk aardewerk: ē̜rdǝwęrk (Buchten) Geglazuurd aardewerk. Het woordtype faïence (Q 156) is van toepassing op geglazuurd en geschilderd aardewerk, oorspronkelijk afkomstig uit Faënza, later naar voorbeeld hiervan ook elders vervaardigd. [N 20, 5; L 35, 78; monogr.] II-8
glijden sleuren: sjleere (Buchten) glijden [SGV (1914)] III-1-2
glimworm vuurwormpje: vuurwurmke (Buchten), vuurwörmke (Buchten) glimworm [SGV (1914)], [ZND 18G (1935)] III-4-2
gloed hits: hits (Buchten) Hitte, warmte die van een vurige massa uitstraalt (gloed, hitte, warmte) [N 79 (1979)] III-2-1
gluiperd gluiper: gluper (Buchten) gluiper [SGV (1914)] III-1-4
goed besleten kwast goede kwast: gōjǝ kwas (Buchten) Kwast waarvan de haarbundel door het gebruik op een goede manier is afgesleten. Een goed besleten kwast geeft doorgaans verfwerk met weinig of geen strepen. [N 67, 31a] II-9
goed dak goede berg: gojǝ bɛrx (Buchten  [(Maurits)]   [Domaniale]) Een goed dak laat bij het afkloppen een scherpe, helle klank horen. Het bestaat uit vaste steen. [N 95, 890] II-5
goed liggen goed liggen: goed liggen (Buchten) Het kalf ligt goed in de baarmoeder: de voorpoten zullen het eerst naar buiten komen. [N 3A, 51] I-11
goedkoop goedkoop: goojekoup (Buchten) goedkoop [SGV (1914)] III-3-1