| 19079 |
raad |
raad:
road (L323p Buggenum)
|
raad [SGV (1914)]
III-1-4
|
| 19057 |
raar, vreemd |
raar:
raar (L323p Buggenum),
vreemd:
vrêmtj (L323p Buggenum)
|
01; vreemd [SGV (1914)] || raar [DC 02 (1932)]
III-1-4
|
| 28447 |
raat |
raat:
roǝt (L323p Buggenum)
|
Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.]
II-6
|
| 19224 |
raden |
raden:
roaje (L323p Buggenum)
|
raden (ww.) [SGV (1914)]
III-1-4
|
| 18168 |
rafelen |
rafelen:
ruffele (L323p Buggenum),
ruffelen:
røfǝlǝ (L323p Buggenum)
|
rafelen [SGV (1914)] || Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.]
II-7, III-1-3
|
| 24626 |
rank |
rank:
rangk (L323p Buggenum),
reng (mv.):
rĕng (L323p Buggenum)
|
rank [SGV (1914)] || ranken (v.e. wingerd) [SGV (1914)]
III-4-3
|
| 33580 |
ranken van de wingerd |
ranken:
rĕng (L323p Buggenum)
|
[SGV (1914)]
I-7
|
| 20515 |
ranzig |
garstig:
gerstig (L323p Buggenum),
gĕrstig sjpĕk (L323p Buggenum)
|
garstig spek [..] [SGV (1914)] || ranzig; Hoe noemt U: Sterk smakend, onaangenaam ruikend gezegd van spek (ranzig, garstig) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 19558 |
rasp |
rasp:
rasp (L323p Buggenum)
|
rasp [SGV (1914)]
III-2-1
|
| 19839 |
raspen |
raspen:
raspe (L323p Buggenum, ...
L323p Buggenum,
L323p Buggenum)
|
raspen (w.w.) [SGV (1914)] || raspen; Hoe noemt U: Met een rasp fijn maken (raspelen, raspen, rieven) [N 80 (1980)]
III-2-1, III-2-3
|