21334 |
illustratie |
illustratie (<fr.):
illustrasie (L323p Buggenum)
|
illustratie [SGV (1914)]
III-3-1
|
17701 |
ingewanden |
ingewand:
ingewandj (L323p Buggenum)
|
ingewanden [SGV (1914)]
III-1-1
|
26785 |
inkuilen |
inkuilen:
enkule (L323p Buggenum)
|
De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19]
I-5
|
22328 |
inzet bij het spel |
zaad:
Opm. wanneer bijvoorbeeld 2 jongens ieder 3 knikkers in een potje zetten (zie tekening), dan gaan spelen, zegt een der spelers dit, als hij er 3 knikkers uitgeschoten heeft, wat betekent: mijn inzet.
ich höp mie zoat (L323p Buggenum)
|
benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)]
III-3-2
|
20827 |
inzouten |
zouten:
zoate (L323p Buggenum)
|
zouten (mv.?) [SGV (1914)]
III-2-3
|
18259 |
jak |
jak:
jak (L323p Buggenum)
|
jak [SGV (1914)]
III-1-3
|
18996 |
jaloers |
jaloers:
sjerloes (L323p Buggenum)
|
jaloersch [SGV (1914)]
III-1-4
|
20548 |
jam |
jam:
jem (L323p Buggenum)
|
jam; Hoe noemt U: Gelei van met suiker gekookte, fijngemaakte vruchten, om op de boterham te smeren (jam, confiture) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22435 |
jarig zijn |
jarig zijn:
hè is joeurig (L323p Buggenum)
|
Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)]
III-3-2
|
18193 |
jas: algemeen |
jas:
jas (L323p Buggenum),
jĕs (L323p Buggenum)
|
jas [SGV (1914)] || jassen (mv.) [SGV (1914)]
III-1-3
|