e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buggenum

Overzicht

Gevonden: 1532
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lip lip: lup (Buggenum, ... ) lip [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
lisdodde duivelskluppel: -  duuvelsklöppel (Buggenum) lisdodde III-4-3
litteken lijklauw: [lijk + lauw] of [lij + klauw] ?  lieklauw (Buggenum), lijnteken: lienteiken (Buggenum) litteken [SGV (1914)] III-1-2
long long: lŏng (Buggenum), lŏnge (Buggenum) long [SGV (1914)] || longen [SGV (1914)] III-1-1
loof blader: blajer (Buggenum), loof: louf (Buggenum) bladeren [SGV (1914)] || loof [SGV (1914)] III-4-3
looi looi: lōj (Buggenum) Looistof. Fijngemalen eikebast of run waarmee men leer bewerkt. [S; L 1a-m] II-10
looien looien: lōjǝ (Buggenum) Het bereiden van leer. Dierehuiden die bepaalde voorbereidingen hebben ondergaan worden met bepaalde samentrekkende stoffen zo behandeld dat zij tot leer worden. [S; L 1a-m; monogr.] II-10
loot, nieuw uitgelopen twijgje loot: loat (Buggenum) loot [SGV (1914)] III-4-3
lopen lopen: loupen (Buggenum) lopen [SGV (1914)] III-1-2
losse plankbrug vonder: Er hoort nog een lengteteken/streep boven de Ø te staan.  vōnje (Buggenum) vlonder (vonder) [SGV (1914)] III-3-1