20401 |
noemen |
noemen:
numme (L323p Buggenum)
|
noemen, een naam geven [DC 03 (1934)]
III-2-2
|
30213 |
nok |
vorst:
vǫrst (L323p Buggenum)
|
De bovenste liggende balk in het dakgebint waartegen de kepers rusten. De nokgording heeft doorgaans een doorsnede van 9,5 x 9,5 cm. Onder nok of vorst verstaat men ook dikwijls het hoogst gelegen gedeelte van een dak, de dakbedekking inbegrepen. Zie ook het lemma 'ruiter' en afb. 49j en 85. [S 41; N 32, 43d; N 54, 161; L 8, 66a; L 12, 9; L B1, 169; monogr.; div.; Vld.]
II-9
|
21348 |
nors |
bars:
bars (L323p Buggenum)
|
norsch (barsch) [SGV (1914)]
III-3-1
|
24903 |
ochtend (vanmorgen |
ochtend:
mrø͂ͅge (L323p Buggenum),
mörre (L323p Buggenum)
|
s morgens) [SGV (1914)]
III-4-4
|
24947 |
oever |
boord:
boart (L323p Buggenum),
kant:
kantj (L323p Buggenum),
Opm. v.d. invuller: bij de Maas zegt men: aan den oever v.d. Maas.
kantj (L323p Buggenum)
|
oever [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || oeverhelling [SGV (1914)]
III-4-4
|
24900 |
ogenblikje, korte tijd, eventjes |
ogenblikje:
augeblikske (L323p Buggenum)
|
ogenblikje [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
33558 |
okkernoot |
noot:
neut (L323p Buggenum),
noot (L323p Buggenum)
|
noot (vrucht) [SGV (1914)] || noten (mv.) [SGV (1914)]
I-7
|
20547 |
olie |
olie:
oalie (L323p Buggenum, ...
L323p Buggenum),
smout:
schmout (L323p Buggenum)
|
olie [SGV (1914)] || olie; Hoe noemt U: De vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmaken van sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)] || smout [SGV (1914)]
III-2-3
|
30614 |
olieverf |
olieverf:
ǭli[verf] (L323p Buggenum)
|
Verf waarvan het bindmiddel bestaat uit een drogende olie als lijnolie of papaverolie. Olieverf wordt bereid door verfstof met een tempermes op een wrijfsteen in de olie te wrijven of door olie en verfstof na menging te malen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [S 26; N 67, 23b; monogr.; div.]
II-9
|
19711 |
omheining |
tuin:
tūn (L323p Buggenum)
|
De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.]
I-8
|