e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bunde

Overzicht

Gevonden: 1006
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hij aardt naar zijn vader hij aardt naar zijn vader: héé aardt nao ze vaader (Bunde) naar zijn vader aarden; hij aardt naar zijn vader [ZND 19 (1936)] III-2-2
hijgen naar adem, reutelen snakken: snakken (Bunde) hijgen naar adem, gezegd van een stervende [reutelen] [N 86 (1981)] III-2-2
hik hik: den hik höbbe (Bunde), hik (Bunde) hik [hibbik, hikkepik, hippik] [N 10 (1961)] III-1-2
hinkelen hinken: prupkessheter  hinke (Bunde), Waarbij binnen bep. vakken een houtje of steentje wordt voort geschopt.  hinke (Bunde) / [SND (2006)] || hinkelspel [BN 06] III-3-2
hobbelpaard schokkelpaard: /  scokkelpeert (Bunde) schommelpaard [SND (2006)] III-3-2
hoeden van koeien hoeden: hø̄jǝ (Bunde) [N 3A, 12a; N M, 2; JG 1a, 1b; A 48, 18c; L 1a-m; L 27, 5; S 14; Wi 39; R; monogr.] I-11
hoekschop corner (eng.): Karte 168.  kørnər (Bunde) Eckball. III-3-2
hoektand hoektand: hooktand (Bunde), oogtand: oŭgtand (Bunde) hoektand [DC 01 (1931)] III-1-1
hoepel reep: reip (Bunde) Hoepel van kinderen. [BN 03] III-3-2
hoepelen met de reep spelen: /  met de rijp spele (Bunde) / [SND (2006)] III-3-2