e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bunde

Overzicht

Gevonden: 1006
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klomp klomp: kloomp (Bunde), klōmp (Bunde) In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || schoeisel bestaande uit een uitgehold stuk hout, houten schoen [klomp, kloon, blok, holsblok, klopper, lolleblok, sabot] [N 86 (1981)] II-12, III-1-3
klonteren klonteren: klunteren (Bunde) klonteren; Hoe noemt U: Tot klonters koken, gezegd van b.v. pap (koeken, klonteren) [N 80 (1980)] III-2-3
kloven kloven: klève (Bunde), sprongen: schprung (Bunde) kloven in de hand [kloove, klieve, sprunge, kreewe] [N 10 (1961)] III-1-2
knabbelen knabbelen: knauwele (Bunde) knabbelen [knibbele] [N 10 (1961)] III-2-3
knellen, gezegd van schoenen duwen: dujen (Bunde) drukken en daardoor pijn veroorzaken, gezegd van schoenen die te klein zijn [knellen, klemmen, drukken] [N 86 (1981)] III-1-3
knie knie: knee (Bunde, ... ) knie [DC 01 (1931)] III-1-1
knieholte hees: í-ès (Bunde) knieholte [DC 01 (1931)] III-1-1
knikkebenen met knikkende knie?n lopen: met knikkende knieje (Bunde) lopen: met doorknikkende knieën lopen [kwakken] [N 10 (1961)] III-1-2
knikker huif: huuf (Bunde), /  huve [mv.} (Bunde), Voor alle knikkers.  huuve (Bunde, ... ) Knikker: de kleine (van steen of glas). [ZND 16 (1934)] || knikkers [SND (2006)] || Verschillende soorten knikkers. [BN 03] III-3-2
knorren (wbd) kuieren: Van Dale: II. kuieren, (gew.) keuvelen, kouten, gezellig praten.  kuijeren (Bunde) zachtjes kreunen en knorren, gezegd van kleine kinderen die voldaan en tevreden zijn [grutten, kaaieren] [N 87 (1981)] III-3-1