e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bunde

Overzicht

Gevonden: 1006
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lever lever: leve (Bunde), lever (Bunde) lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)] III-1-1
leverworst leverworst: leeverwoorsj (Bunde), stompje: stumpke (Bunde) leverworst [N 06 (1960)] || leverworst; Hoe noemt U: Worst met lever als hoofdbestanddeel (lol, leverworst, leverpens) [N 80 (1980)] III-2-3
lichaam lijf: līēf (Bunde, ... ) lichaam [N 10 (1961)] III-1-1
lichaamskracht macht: mach (Bunde, ... ), mag (Bunde, ... ) lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)] III-1-2, III-1-4
lichaamsvocht vocht: voch (Bunde) lichaamsvocht (dat zich bijv. in de gewrichten bevindt) [N 10 (1961)] III-1-2
licht vriezen rijmen: riemp (Bunde) lichtjes vriezen [schorzelen] [N 81 (1980)] III-4-4
lidmaat, ledematen lid, leden: leeje (Bunde) ledematen, lidmaat [N 10 (1961)] III-1-1
lies lende: de linge (Bunde), lies: lies (Bunde) lies, liezen [den dunne, lieze, lieses] [N 10 (1961)] III-1-1
lieveheersbeestje smoutwormpje: ook in ZND 16, 006  sjmawtwörremke (Bunde) lieveheersbeestje [ZND 05 (1924)] III-4-2
likken lekken: lekken (Bunde) likken; Hoe noemt U: Met de tong over iets heen en weer gaan om zo het voedsel op te nemen (likken, lekken, leppen) [N 80 (1980)] III-2-3