e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bunde

Overzicht

Gevonden: 1006
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mondharmonica mondmuziekje: mondmeziekske (Bunde) Het muziekinstrument dat langs de mond op en neer bewogen wordt en waarop geluid gemaakt kan worden door blazen en zuigen [fiep, moelfiep, noeneke, mondharmonika, muziek]. [N 90 (1982)] III-3-2
mooi, helder weer goed weer: good weir (Bunde) mooi weer zijn, gezegd van het weer [weren] [N 81 (1980)] III-4-4
moot vis stuk vis: ein sjtuk vusj (Bunde) moot; Hoe noemt U: Een snede vis (moot, mook) [N 80 (1980)] III-2-3
motor motor: p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg:  `motor (Bunde) motor (Duits Motorrad) III-3-1
motorfiets motor: p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg:  `motor (Bunde) motor (Duits Motorrad) III-3-1
motregen, fijne regen muggenpis: mukkepis (Bunde), regen: reene (Bunde) klein beetje regen [muggepis, pleisterke regen] [N 81 (1980)] || stofregen [ZND 38 (1942)] III-4-4
motregenen, licht regenen sprinkelen: sjprinkelen (Bunde) zeer weinig regenen, zodat de grond maar net nat is [spruikelen] [N 81 (1980)] III-4-4
muik kaf: in de kaaf (kaft van het koren)  kaaf (Bunde), moelde: in de mool (een niet meer in gebruik zijnde trog voor het onder mekaar zetten van deeg) (mar.: ???)  mool (Bunde) Kent u een woord voor een geheime bergplaats voor onrijp fruit? Vroeger legden de kinderen vruchten, vooral appels, die ze onrijp geplukt hadden, op een verborgen plekje in het hooi of stro om zacht te worden. Voorbeelden met woorden voor deze bergplaats [DC 31 (1959)] III-2-3
muis van de hand muis: moes (Bunde) muis van de hand (het onderste, vlezige deel van de duim) [N 10 (1961)] III-1-1
naaf naaf: nāf (Bunde) De ronde blok in het midden van het wiel waardoor de as steekt en dat met de velg verbonden is via de spaken. Ter versterking worden er naafbanden rond aangebracht. Zie ook de lemmata middennaafbanden, muilband en achternaafband in II.11. [N 17, 58, 40, 50b; N G, 43; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; L 20, 20a; L 39, 21; A 4, 20a; monogr.] I-13