e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bunde

Overzicht

Gevonden: 1006
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
smakken smetsen: smetchen (Bunde) smakken; Hoe noemt U: Hoorbaar eten, een klappend geluid maken met de lippen of de tong bij het eten (smakken, smekken, smiksen) [N 80 (1980)] III-2-3
smeer karsmeer: karsjmeer (Bunde) het smeermiddel dat hoofdzakelijk uit vet bestaat en dat bedoeld is om voertuigen beter te laten lopen [smeer, ruut] [N 90 (1982)] III-3-1
smidsgereedschap gereedschap: gǝręjtšap (Bunde), gerief: gǝrēf (Bunde), getuig: gǝtȳx (Bunde) De algemene benaming voor al het gereedschap van de smid. [L 19A, 13; monogr.] II-11
sneuvelen sneuvelen: sneuvelen (Bunde) in de oorlog omkomen [sneven, sneuvelen] [N 90 (1982)] III-3-1
snijtand voortand: veurtànd (Bunde) snijtand [DC 01 (1931)] III-1-1
snijwonde snits: enne sjneets in enne vinger (Bunde), sjneets (Bunde), ⁄n sneeds in de vinger (Bunde) snee in de vinger [N 07 (1961)] III-1-2
snikken snikken: schnikke (Bunde), snotteren: sjnottere (Bunde) snikken [snoffe] [N 10 (1961)] III-1-4
snoepgoed zoetigheid: zeutigheid (Bunde) snoepgoed; Hoe noemt U: Zoetigheid, lekkernij, snoeperij, snoepgoed (mem, smul, lekker, lakker, snoep, lekkergoed, lekkerigheid, sneukelderij, snuisterij, kokerel, zoetigheid, grevegoed) [N 80 (1980)] III-2-3
snoepje babbelaar: babbeleir (Bunde) snoepje; Hoe noemt U: Een stukje snoepgoed (babbeltje, snoepje) [N 80 (1980)] III-2-3
snor knevel: knevel (Bunde), knévəl (Bunde), snor: snòr (Bunde) snor (knevel) [DC 01 (1931)] III-1-1