18343 |
neus van een schoen |
neus:
neus (Q095a Caberg)
|
neus van een schoen [snoet, tip, veusjte, teut] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18801 |
niet helder van geest |
achterlijk:
achterlik (Q095a Caberg),
simpel:
sumpel (Q095a Caberg)
|
niet helder van geest, zwak van geest [dutselachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18220 |
niet passen |
niet passen:
nit passe (Q095a Caberg),
slecht passen:
slecht passe (Q095a Caberg)
|
niet passen, gezegd van kledingstukken [pronsen, bolderen] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20167 |
niet zindelijk |
niet proper:
neet proper (Q095a Caberg)
|
onzindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften niet beheersend; onzindelijk, gezegd van kinderen [N 86 (1981)]
III-2-2
|
18921 |
nietsnut |
vuilwammes:
e voelwammes (Q095a Caberg),
(voel = duits faul). (zie 294).
e vòèlwammes (Q095a Caberg)
|
een persoon die tot niets deugt [leep, nietsnut, nietsnutter, nietsnutterik] [N 85 (1981)] || iemand die niets doet [druil, plod, patrak, loefer] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25172 |
nieuwe maan |
jong licht:
joonk leech (Q095a Caberg)
|
schijngestalte van de maan: nieuwe maan [donkere maan] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
19052 |
nieuws |
nieuws:
nöits (Q095a Caberg)
|
een bericht over iets dat nog onbekend was [nets, nieuws] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
19177 |
nieuwsgierigaard |
snuffelaar:
snuffeleer (Q095a Caberg)
|
iemand die alles nieuwsgierig bekijkt [gaper] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20504 |
nippen |
nippen:
nippə (Q095a Caberg)
|
Hoe noemt U: Met kleine beetjes drinken (pisen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20401 |
noemen |
noemen:
neume (Q095a Caberg)
|
noemen, een naam geven [DC 03 (1934)]
III-2-2
|