e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Castenray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schaaldeel schaaldeel: sxāldiǝl (Castenray) Wanneer een boomstam in de lengte in een aantal delen wordt gezaagd, zijn het onderste en het bovenste deel aan één zijde met schors bedekt. Men noemt die beide delen de schaaldelen. Zie ook afb. 11. [N 50, 51a; L 42, 18; monogr.] II-12
schaap schaap: sxǭp (Castenray) Bedoeld wordt het schaap in het algemeen, niet geslachtelijk onderscheiden. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b, 2c; L 45, 21; L 38, 40; L 6, 25; S 30; A 14, 21; A 2, 1; G V, m3; Gwn 5, 13 add.; monogr.] I-12
schaatsenrijder snijder: gesnaveld insect van de orde der hydrometridaee ploteres  sneejer (Castenray) waterloper, insect III-4-2
schaatsweer schaatsweer: schetswaer (Castenray) schaatsweer III-4-4
schede van de koe vazel: vazǝl (Castenray) Uitwendig geslachtsorgaan van de koe. [N C, 13; JG 1a, 1b; A 48A, 47b; monogr.] I-11
scheluw winds: wins (Castenray) Gezegd van een plank of duig die scheef is doordat deze gekliefd is uit gedraaid hout. Zie ook de toelichting bij het vorige lemma. [N E, 3; monogr.] II-12
schemeren schemeren: schiemere (Castenray), Opm. dit is oud Venrays!  schieëmere (Castenray) schemeren III-4-4
schemering, valavond avondschemer: aovendschiemer (Castenray), halfduister: halfduuster (Castenray), schemer: schiemer (Castenray), Opm. dit is oud Venrays!  schieëmer (Castenray), schemeravond: schiemeraovend (Castenray), schemerduister: schiemerduuster (Castenray) avondschemering, valavond || schemer, halfduister || schemeravond III-4-4
schenkel schenkel: schaenkel (Castenray) schenkel III-2-3
schenkkan karaf: keráf (Castenray) karaf III-2-1