e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Castenray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tuit tuit: An \'n koffietäöt zit ennen teut  teut (Castenray) tuit(je) van de koffiekan III-2-1
tweeling tweeling: twelling (Castenray) tweeling III-2-2
twijg, jonge tak teen: tieën (Castenray) twijg III-4-3
ui, ajuin look: loeëk (Castenray) ui I-7
uienpannenkoek lokekoek: loeëkekoēk (Castenray, ... ) uienpannekoek || uienpannenkoek III-2-3
uiensoep lokensoep: loeëkesoep (Castenray) uiensoep III-2-3
uil peeluil: kwam vroeger veel in de Peel voor  pieëluul (Castenray), uil: uul (Castenray) uil || velduil III-4-1
uitvallen van dennennaalden geruizel: ve den  gerūzel (Castenray) uitvallen v naalden III-4-3
uitwerpselen van koeien flater: flātǝr (Castenray), koeienvlaai: kuwǝflāj (Castenray) [N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I] I-11
vaatdoek schotelslet: Och dat schòttelslet, da mikt zó mennig ki‰ndje net:Voordat de kinderen naar school gingen, werd dikwijls nog even met een \"vaatdoek\"door het gezicht gewreven, om het ergste vuil eraf te vegen  schòttelslet (Castenray) vaatdoek III-2-1