20497 |
veelvraat |
schrok:
sxrok (L245a Castenray),
schrokker:
sxrokər (L245a Castenray),
schrokkerd:
sxrokərt (L245a Castenray),
slokker:
sloeker (L245a Castenray),
vreetbeer:
vraetbaer (L245a Castenray, ...
L245a Castenray),
vrēͅtbēr (L245a Castenray),
vreetwolf:
vrēͅtwoͅlf (L245a Castenray),
vreter:
vrēͅtər (L245a Castenray),
vreterd:
vrēͅtərt (L245a Castenray)
|
mannelijke veelvraat || schrokkop || slokop || veelvraat || vreetzak || vrouwelijke veelvraat
III-2-3
|
24613 |
veenbes |
vembeer:
soort bosbes, vaccinium oxycoccus
vembeer (L245a Castenray)
|
veenbes
III-4-3
|
24262 |
veer |
veer:
vaer (L245a Castenray)
|
veer
III-4-1
|
19431 |
vegen, keren |
aanvegen:
ánvaege (L245a Castenray),
keren:
Gódde gij d\'n dael már kaere Iederieën kaert vur zien aege deur: het hemd is nader dan de rok
kaere (L245a Castenray),
schoonkeren:
schónkaere (L245a Castenray),
schoonvegen:
schónvaege (L245a Castenray),
uitvegen:
uutvaege (L245a Castenray),
vegen:
Vurdat gij wat gòt do‰n, mòtte uurst de stoep vaege
vaege (L245a Castenray)
|
aanvegen met handveger, bezem, stoffer || door vegen schoonmaken/ ontdoen van ongerechtigheden || schoonvegen met een bezem || schoonvegen met stoffer, bezem, doek || stof en vuil verwijderen met een bezem/veger
III-2-1
|
24264 |
veldleeuwerik, leeuwerik |
leeuwerik:
lewwerek (L245a Castenray)
|
leeuwerik
III-4-1
|
33505 |
veldsla |
veldsalade:
veldslaaj (L245a Castenray)
|
bladsla
I-7
|
30336 |
vensterblinden |
blinden:
blindǝ (L245a Castenray
[(id)]
)
|
Houten panelen of borden die aan de binnenzijde van het huis aan één of aan beide zijden van het raamkozijn zijn aangebracht. Men onderscheidt slag- of vouwblinden die draaiend geopend kunnen worden en schuif- of rolblinden die in een in de muur uitgespaarde ruimte geschoven kunnen worden. [N 55, 65b; A 23, 18b; A 46, 11c; L 32, 75a; RND 10, 49 add.; monogr.]
II-9
|
19377 |
verdieping |
stock (d.):
stok (L245a Castenray),
òp de hoevulste stok wònde: op de hoeveelste verdieping woon jij
stok (L245a Castenray),
verdieping:
\'r mankieërt wat ien de bovveste verdieëping: er is iets niet in orde met het verstand
verdiēping (L245a Castenray)
|
etage || verdieping || verdieping, etage
III-2-1
|
18823 |
verdriet; verdriet doen |
jammer:
jommer (L245a Castenray),
leed:
lieëd (L245a Castenray),
verdriet:
verdriēt (L245a Castenray)
|
leed, verdriet, ellende || verdriet || verdriet, leed
III-1-4
|
30596 |
verf |
verf:
vɛ̄rǝf (L245a Castenray)
|
Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.]
II-9
|