e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Castenray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
veelvraat schrok: sxrok (Castenray), schrokker: sxrokər (Castenray), schrokkerd: sxrokərt (Castenray), slokker: sloeker (Castenray), vreetbeer: vraetbaer (Castenray, ... ), vrēͅtbēr (Castenray), vreetwolf: vrēͅtwoͅlf (Castenray), vreter: vrēͅtər (Castenray), vreterd: vrēͅtərt (Castenray) mannelijke veelvraat || schrokkop || slokop || veelvraat || vreetzak || vrouwelijke veelvraat III-2-3
veenbes vembeer: soort bosbes, vaccinium oxycoccus  vembeer (Castenray) veenbes III-4-3
veer veer: vaer (Castenray) veer III-4-1
vegen, keren aanvegen: ánvaege (Castenray), keren: Gódde gij d\'n dael már kaere Iederieën kaert vur zien aege deur: het hemd is nader dan de rok  kaere (Castenray), schoonkeren: schónkaere (Castenray), schoonvegen: schónvaege (Castenray), uitvegen: uutvaege (Castenray), vegen: Vurdat gij wat gòt do‰n, mòtte uurst de stoep vaege  vaege (Castenray) aanvegen met handveger, bezem, stoffer || door vegen schoonmaken/ ontdoen van ongerechtigheden || schoonvegen met een bezem || schoonvegen met stoffer, bezem, doek || stof en vuil verwijderen met een bezem/veger III-2-1
veldleeuwerik, leeuwerik leeuwerik: lewwerek (Castenray) leeuwerik III-4-1
veldsla veldsalade: veldslaaj (Castenray) bladsla I-7
vensterblinden blinden: blindǝ (Castenray  [(id)]  ) Houten panelen of borden die aan de binnenzijde van het huis aan één of aan beide zijden van het raamkozijn zijn aangebracht. Men onderscheidt slag- of vouwblinden die draaiend geopend kunnen worden en schuif- of rolblinden die in een in de muur uitgespaarde ruimte geschoven kunnen worden. [N 55, 65b; A 23, 18b; A 46, 11c; L 32, 75a; RND 10, 49 add.; monogr.] II-9
verdieping stock (d.): stok (Castenray), òp de hoevulste stok wònde: op de hoeveelste verdieping woon jij  stok (Castenray), verdieping: \'r mankieërt wat ien de bovveste verdieëping: er is iets niet in orde met het verstand  verdiēping (Castenray) etage || verdieping || verdieping, etage III-2-1
verdriet; verdriet doen jammer: jommer (Castenray), leed: lieëd (Castenray), verdriet: verdriēt (Castenray) leed, verdriet, ellende || verdriet || verdriet, leed III-1-4
verf verf: vɛ̄rǝf (Castenray) Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.] II-9